Internationale Linkshandigendag
Elk jaar op 13 augustus is het Internationale Linkshandigendag of Dag van de linkshandigen of International Left-Handers Day. In 1976 is deze dag voor linkshandigen in het leven geroepen, om aandacht te vragen voor de ‘kleine en grote ongemakken’ waar linkshandigen tegenaan lopen in onze rechtshandige wereld.
In 1975 besloot de Amerikaan Dean R. Campbell om een dag voor de linkshandigen in te stellen. Hij heeft bewust 13 augustus in 1976 uitgekozen als ‘Internationale Linkshandigendag’. In tegenstelling tot de meeste diersoorten, die geen voorkeur lijken te hebben voor het gebruik van de linker of rechter ledematen, is de mens meestal rechtshandig. Heel wat mensen doen de ene taak met links, de andere met rechts. In vele culturen moeten bepaalde taken, zoals schrijven en eten, met rechts. De linkerhand wordt gebruikt voor ‘onreine’ klusjes, op het toilet bijvoorbeeld. Linkshandigheid lijkt vooral nadelen te hebben. Denk maar eens aan knippen met een schaar, snijden van brood, het openen van een blik of het slijpen van een punt aan een potlood. De schaar, de blikopener, het mes en de puntenslijper zijn voor rechtshandigen ontworpen. Hierdoor wordt een linkshandige dagelijks geconfronteerd met zijn linkshandigheid.
Bij een schrift dat van links naar rechts wordt geschreven schuift een linkshandige vaak met de schrijvende hand over het geschrevene. Dit bemoeilijkt het teruglezen van het geschrevene en daarmee het in een rechte lijn schrijven. In de praktijk wordt dit vaak opgelost door de linkerhand te plaatsen boven de lijn waarop wordt geschreven. Dit betekent echter dat de onderarm verder van het lichaam wordt geplaatst, wat leidt tot voorover buigen en dat is een vermoeiende schrijfhouding. Linkshandigen draaien vaak het papier bij, waardoor ze weer onderhands kunnen schrijven. Het schuiven van de schrijvende hand over het geschrevene geeft weinig problemen bij de sneldrogende inkt van een balpen, maar dit was anders in de tijd dat met kroontjespen en inktpot werd geschreven. Bovendien is het met een kroontjespen lastig om duwend te schrijven omdat deze een scherpe punt heeft die bij duwen in het papier kan haken. Dit haken kan het papier beschadigen, inktvlekken veroorzaken op die plek en door spetteren bij het losschieten een kring van inktvlekken geven.
Om deze praktische redenen was het met links schrijven op veel scholen verboden en werden kinderen gedwongen rechts te leren schrijven. Omdat de kroontjespen tot het eind van de jaren zestig werd gebruikt is er een behoorlijk hoog percentage linkshandige ouderen dat aangeleerd heeft rechtshandig te schrijven. Dit wordt ook wel aangeleerde tweehandigheid genoemd ter onderscheid van echte ambidextrie die heel weinig voorkomt. Linkshandig zijn heeft ook voordelen. Wetenschappelijk is het niet aangetoond, maar linkshandigen zouden slimmer en creatiever zijn. Bij veel sporten hebben linkshandigen voordeel van hun linkshandigheid, zoals tennis, waterpolo, schermen, boksen en badminton.
Aangezien het overgrote deel van de mensen rechtshandig is, associeert het onbewust hun voorkeurshand en daarmee rechts met ‘goed’ en links met ‘slecht’. Dit is terug te zien in culturele handelingen als handen schudden, maar ook in de taal. Iemands rechterhand is een goede assistent. Maar iemand die we negeren laten we links liggen. En een onhandige persoon heeft twee linkerhanden. In het Engels betekent ‘right’ niet alleen rechts maar ook goed of juist. Zo is een goed antwoord een right answer. Dit kwam duizenden jaren geleden ook al voor: het Latijnse woord voor links: sinister, betekende toen, en nu nog steeds, slecht.
(Bron: Wikipedia)