Ontslagwet wordt opgetrokken naar internationale standaarden
PARAMARIBO - De Ontslagwet wordt opgetrokken naar internationale standaarden. De wettelijke voorzieningen zijn gisteren in commissieverband besproken tussen regering en parlement. Er komen enkele strenge bijstellingen waarbij het ontslaan van een werknemer gesanctioneerd wordt. Ook krijgen vertegenwoordigers en bestuursleden van vakbonden meer bescherming tegen rancune van de werkgever.
De Commissie van Rapporteurs (CvR) kan zich voor een goed deel terugvinden in de aanpassingen in de Ontslagwet, maar er is ook aandacht gevraagd voor de positie van de werkgever. Ook die verdient volgens Mahinder Jogi (VHP) een zekere mate van bescherming.
“We zien hier dat werknemers beschermd worden; de regering wenst dat te doen. Mag ik de regering vragen waar hier in deze wet, in dit ontwerp, de werkgevers beschermd worden? Waar hier in deze wet de mensen die arbeidsplaatsen creëren en de mensen die investeren in ondernemingen, beschermd worden?”, vraagt Jogi. De bedoeling van de Ontslagwet 2018 is onder andere om de werkgever te verbieden de dienstbetrekking van een werknemer te beëindigen, zonder ontslagvergunning verleend door de minister van Arbeid. Indien ontslag wordt aangezegd wegens een dringende reden, is de werkgever verplicht dit binnen vier werkdagen schriftelijk te melden bij het hoofd van de Arbeidsinspectie, onder opgave van de ‘dringende reden’. Staking mag volgens de nieuwe wet ook geen aanleiding tot ontslag zijn. Ook zwangere vrouwen krijgen meer bescherming in de nieuwe Ontslagwet. De overige bepalingen, volgens de internationale standaarden, zijn min of meer reeds opgenomen in de nationale wetgeving, maar worden hier en daar aangescherpt.
Lees verder op pagina 2.