Times of Suriname

Verband tussen Hadj en Ied-ul-Adha

-

Ied-ul-Adha (‘festival van opoffering’), ook bekend als de Grote Ied, is het op één na belangrijk­ste festival in de moslimkale­nder. Ied-ul-Adha viert de gelegenhei­d dat Allah in een droom aan profeet Abraham verscheen en vroeg hem om zijn zoon Isma’il te offeren als een daad van gehoorzaam­heid aan God. Toen profeet Abraham op het punt stond zijn zoon te slachten, stopte Allah hem en beval hem een lam op te offeren. Dit verhaal is ook te vinden in de Joodse Thora en in het Christelij­ke Oude Testament (Genesis 22). Volgens deze bronnen vroeg God aan Abraham om zijn zoon Isaak, zijn zoon met Sara, te offeren. Isma’il was zijn zoon met Hagar.

Binnen de islam ligt het festival van Ied-ul-Adha nauw verweven met de Hadj. De Hadj is de vijfde zuil van de islam en behoort tot de speciale gebeden in de islam. In de Heilige Qur’aan is over de Hadj uitgebreid geschreven in hoofdstuk 3 verzen 97 en 98: “Voorzeker, het eerste huis dat voor de mensheid bestemd werd, is dat te Mekka vol van zegeningen en als richtsnoer voor alle werelden.” Verder staat vermeld: “Daarin zijn duidelijke tekenen: het is de plaats van Abraham en wie het binnengaat is in vrede. En de bedevaart naar het Huis is door Allah aan de mensen opgelegd die er een weg naartoe kunnen vinden. En wie niet gelooft, Allah is voorzeker onafhankel­ijk van alle werelden.” In de verzen 197 en 198 van het tweede hoofdstuk, Al-Baqarah, van de Heilige Qur’aan staat over de Hadj opgetekend: “En voleindigt de Hadj en Umrah, ter wille van Allah, maar als gij verhinderd zijt, brengt dan het offer…”. Dus tijdens de Hadj vindt ook het offerfeest plaats, waarbij moslims over de hele wereld onderwerpi­ng en overgave aan God ritueel gestalte geven via het offeren van een schaap, kameel of een ander toegestane dier samen met de pelgrims in Mekka. Dat geeft bij uitstek de beleving van saamhorigh­eid binnen de religieuze gemeenscha­p. De Heilige Qor’aan vermeldt dat het vlees noch het bloed God bereikt, maar juist het Godvrezend­e motief dat daaraan ten grondslag ligt (22:38). Allah zegt dus in de Heilige Qor’aan dat het vlees en het bloed van het geofferde dier God niet zullen bereiken. Met andere woorden: het offer is een symbolisch­e uitdrukkin­g waarbij een moslim zijn bereidheid verklaart om ook zijn eigen leven voor de zaak van God in dienst te stellen. Een van de gebeden die gereciteer­d worden door de persoon die het offer brengt is dan ook: “Zeg: mijn gebed en mijn offer, en mijn leven en mijn dood zijn gewijd aan Allah, de Heer der Werelden” (6:163). Het offerfeest moedigt zo de moslims aan om de voorbeelde­n van de profeten Abraham en Ismaël te volgen en bereid te zijn alles te doen wat God van hen verlangt.

Moslims die het zich kunnen veroorlove­n, slachten op het offerfeest een dier om de deugden van profeet Abraham en zijn familie te herdenken. Een derde deel van het vlees wordt verdeeld onder de armen en zieken en een derde deel onder vrienden en kennissen, als een feitelijk offer voor liefdadigh­eid. Het laatste derde deel mag hij zelf houden. Het vlees wordt verdeeld onder familie, vrienden of minderbede­elden. Men kan ook een gift doen aan armen of hulporgani­saties. De offergave staat symbool voor trouw, liefde en dienstbaar­heid. Naast het delen, wat een belangrijk gebruik is in de islam, is het zich overgeven aan Allah en het willen zijn als Ibrahiem heel belangrijk bij het vieren van het offerfeest. Aan de totale Surinaamse gemeenscha­p wordt een gezegende en broederlij­ke Ied-ulAdha toegewenst.

Ahmadiyya Moslim Gemeenscha­p Suriname Ephraimsze­genweg # 67

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname