Yoghurtfestival
Het Yoghurtfestival of Yoghurtbanket is een jaarlijks festival dat bij het Norbulingka-paleis in Lhasa, Tibet, wordt gehouden. Tijdens het festival zijn er veel feestende groepen op straat, vinden er familiesamenkomsten plaats en is er geregeld vuurwerk. Het festival wordt gevierd van de vijftiende tot de vierentwintigste van de vijfde maand van de Tibetaanse kalender, meestal in augustus. Dit jaar op 16 augustus.
Norbulingka is een paleis en bijbehorend park in Lhasa, Tibet, en diende als zomerverblijf van de dalai lama’s van rond 1780 tot de invasie door China aan het einde van de jaren ‘50. Het park werd rond 1750 door de zevende dalai lama, Kälsang Gyatso, aangelegd en werd het zomerverblijf tijdens de regering van de achtste dalai lama Jampäl Gyatso. Het paleis bevindt zich drie kilometer ten westen van het Potala, dat werd gebruikt als winterpaleis. In het begin van de 20e eeuw werd het paleis uitgebreid met nieuwe gebouwen. In 2001 werd het paleis door de Unesco aan de Werelderfgoedlijst toegevoegd als onderdeel van het historische ensemble van het Potala-paleis, evenals een jaar eerder de Jokhang-tempel. Verder staat het sinds 1988 op de lijst van cultureel erfgoed in de Tibetaanse Autonome Regio. Er bevindt zich ook een dierentuin, die oorspronkelijk gebruikt werd voor de dieren die aan de dalai lama cadeau waren gegeven. Heinrich Harrer heeft rond 1950 in opdracht van de veertiende dalai lama Tenzin Gyatso op het terrein een bioscoop gebouwd.
Voorafgaand aan het festival zijn Tibetaans boeddhistische monniken een maand in retraite geweest, onder andere om te voorkomen dat ze door een groot aantal muggen worden gestoken in deze tijd van het jaar. Het festival begon in de 16e eeuw met een banket dat gegeven werd door leken aan de monniken. Later werden de zomeropera’s (ache lhamo’s) en theateruitvoeringen toegevoegd aan de festiviteiten. Lhamo, ook wel ache lhamo (zustergodin), is een traditionele Tibetaanse operastijl met een combinatie van dans, chant en dansmuziek zoals toeshey en nangma. Nangma is tegenwoordig nog steeds populair in karaokebars in Lhasa. Het repertoire komt voort uit boeddhistische verhalen en de geschiedenis van Tibet.
De Tibetaanse opera werd in de 14e eeuw bedacht door Thangtong Gyalpo, een lama en bruggenbouwer. Gyalpo rekruteerde zeven meisjes en organiseerde het eerste optreden om fondsen te werven om bruggen te bouwen die moesten zorgen voor betere verbindingen in Tibet. De traditie zette zich voort en lhamo wordt nog steeds gehouden op feestelijke gebeurtenissen zoals het Linka en Shoton festival. Een bekende lhamo-groep die wereldwijd optreedt, is Chaksam-pa uit San Francisco. Buiten de Tibetaanse Autonome Regio worden de podiumkunsten vooral bevorderd door het Tibetaanse Instituut voor Podiumkunsten die gespecialiseerd is in de lhamo. Het instituut werd in verbanning opgericht door dalai lama Tenzin Gyatso, in McLeod Ganj, nabij Dharamsala, India, in augustus 1959. Het instituut is gericht op de bevordering en instandhouding van Tibetaanse podiumkunsten en Tibets artistieke nalatenschap. Tijdens de opera’s, die de hele dag duren, klinken cimbalen, bellen en trommen en wordt er gereciteerd. Voor de Tibetaanse diaspora in 1959 kwamen er dansers uit geheel Tibet. Aan het eind van de 20e eeuw is het echter een festival dat grotendeels door de Staat is opgezet. (Bron:Beleven,Wikipedia)