Nieuwe ontslagwet moet machtsverhouding op de werkvloer balanceren
PARAMARIBO - De in de maak zijnde Ontslagwet 2018 geeft de ruimte aan werkgevers om ‘makkelijk’ personen in dienst te nemen, maar zij komen moeilijk van de mensen af indien daar behoefte aan is. Werkgevers hebben volgens minister Soewarto Moestadja van Arbeid een troef in handen om personeelsleden naar eigen inziens te ontslaan, maar de nieuwe wet legt hen beperkingen op dit te kunnen doen.
Tijdens de laatste commissievergadering, maandag, zei Moestadja dat het ook niet de bedoeling is om bedrijfsleiders het functioneren onmogelijk te maken, dan wel rechten te ontnemen te bepalen wat zij binnen hun organisatie willen doen. Maar voor de regering gaat het eerder om het voorkomen dat er met ontslagdreiging wordt geschermd om personeel te onderdrukken. “De wet moet ervoor zorgen dat wanneer de factor arbeid factor kapitaal ontmoet, wij als beschaafde samenleving ervoor moeten zorgen, dat gebaseerd ook op onze taakstelling als ministerie, wij regels moeten ontwerpen om beide partijen hun belangen te dienen”, zei minister Moestadja. Het is ook niet de bedoeling dat het een lijdensweg moet worden voor werkgevers om ongewenst personeel te ontslaan. De Ontslagwet 2018 heeft ook daarin voorzien door duidelijke voorwaarden te scheppen. Ook voor het aanzeggen van ‘ontslag op staande voet’ is er door de wetgever voldoende ruimte vrijgelaten. “De ontslagwetgeving behoort niet zover te gaan dat het onmogelijk wordt om van een werknemer de dienstbetrekking te beëindigen.”
In de wet is ook het stakingsrecht wat aangescherpt. Voor het staken, ook al zou het een wilde staking betreffen, zou de werkgever niet zonder grondige reden kunnen overgaan tot het ontslaan van personeel. “Dat kan alleen als de staking onrechtmatig is verklaard en de staking voortduurt. Alleen de Kantonrechter in bodemprocedure heeft de bevoegdheid om een staking onrechtmatig te verklaren. De werkgever ontbeert deze bevoegdheid.”
eenzijdig