Alle partijen in oorlog Jemen verdacht van mensenrechtenschendingen
JEMEN - Alle bij de burgeroorlog in Jemen betrokken partijen hebben mogelijk oorlogsmisdaden gepleegd, hebben onderzoekers van de Verenigde Naties (VN) gisteren gezegd.
In een vertrouwelijk rapport dat gisteren aan de VNcommissaris voor de mensenrechten gepresenteerd wordt, beschrijven de onderzoekers naar eigen zeggen “redelijke gronden om aan te nemen dat de betrokkenen in het gewapende conflict in Jemen een aanzienlijk aantal schendingen van internationale mensenrechtenwetten hebben begaan”.
In het rapport worden luchtaanvallen tegen burgerdoelen, wijdverbreid seksueel geweld en het gebruik van kindsoldaten uitgelicht als voorbeelden van die schendingen, die mogelijk als oorlogsmisdaden aangemerkt kunnen worden, meldt persbureau AFP. Sommige van die kindsoldaten zijn niet ouder dan acht jaar.
Ook verkrachting, marteling en het zonder aanleiding detineren van mensen komen vaak voor.
Volgens onderzoeksleider Kamel Jendoubi van de Groep van Onafhankelijke Vooraanstaande Internationale en Regionale Deskundigen, het VN-onderdeel dat het rapport publiceert, hebben de onderzoekers een aantal mogelijke daders van oorlogsmisdrijven geïdentificeerd. Het huidige conflict in Jemen begon in maart 2015, toen een door Saoedi-Arabië geleide coalitie de Jemenitische president Abdrabbuh Mansur Hadi te hulp schoot. Hadi was op dat moment een opstand van de zogeheten Houthi-rebellen aan het verliezen. Met de Saoedische steun werden de Houthi’s teruggedreven. Volgens de VN heeft het conflict tot nu toe het leven geëist van zo’n 10.500 mensen, van wie ongeveer twee derde burger. Meer dan tienduizend anderen raakten gewond.
Onder de burgerbevolking in het Arabische land, dat al straatarm was voordat de burgeroorlog begon, is een ongekende humanitaire crisis ontstaan, volgens de VN de ernstigste ter wereld. Een substantieel deel van de 27,5 miljoen inwoners heeft geen toegang tot voldoende voedsel, schoon drinkwater en medische zorg. Besmettelijke ziekten als cholera maken een opmars. Saoedi-Arabië en andere landen in de coalitie ontkennen met klem mensenrechten te hebben geschonden. De Saoedische coalitie heeft zich niet uitgelaten over een aantal recente luchtaanvallen, waarbij volgens de VN onder anderen tientallen kinderen om het leven kwamen.
Wel reageerden de Saoedi’s op een bombardement waarbij een schoolbus werd geraakt en veertig kinderen om het leven kwamen. Daar is een intern onderzoek naar ingesteld, aldus de coalitie. In elk dergelijk onderzoek dat in het verleden is uitgevoerd, werd de coalitie vrijgepleit. De VN-onderzoekers roepen de strijdende partijen op met bemiddeling van de VN een staakt-het-vuren te bereiken, en vragen de internationale gemeenschap geen wapens meer aan hen te verkopen. Op 6 september beginnen in het Zwitserse Genève, onder vlag van de VN, onderhandelingen tussen de Jemenitische regering en de Houthi’s. Twee jaar geleden werd er voor het laatst onderhandeld over het conflict, maar die gesprekken liepen stuk.
(NU)