Belang geheimhouding DSB was duidelijk
AMSTERDAM - Het belang van geheimhouding was bij alle betrokkenen rond de reddingsoperatie van de DSB Bank duidelijk. Dat zei oudambtenaar van Financiën, Charles Wijnker, gisteren bij de rechtbank in Den Haag tijdens de eerste verhoren door Dirk Scheringa over de val van zijn bank. De oud-topman wil aantonen dat er vanuit De Nederlandsche Bank (DNB) bewust informatie was gelekt naar de pers. Een specifiek protocol was er volgens Wijnker niet.
De verklaringen van Wijnker vormden geen ondersteuning voor de zaak van Scheringa. Het voormalige afdelingshoofd Marktgedrag bij het Ministerie van Financiën kon zich van veel zaken de specifieke tijdstippen, waar Scheringa’s advocaat GeertJan Knoops op hamerde, niet herinneren. Ook verwees hij regelmatig naar de DNB, die beslissingsrecht had voor bepaalde zaken. Ook Gita Salden, destijds directeur Financiële markten van het Ministerie van Financiën, kon zich veel zaken niet meer herinneren. Bij haar verhoor legde Knoops de nadruk op de noodregeling van de DNB, waarbij de centrale bank een bewindvoerder aanstelt. Een eerste aanvraag van de DNB voor die regeling bij de DSB werd destijds afgewezen door de rechter, maar anderhalf uur later mailde Salden al dat er ‘morgen dus een nieuwe aanvraag’ zou komen. Ze kende toen de beweegredenen van de rechter nog niet. Nu zei Salden dat ze destijds ’scenario’s schetste’ en verwees verder terug naar de DNB. Wijnker had geen aanwijzingen dat er bewust op een ondergang van de DSB Bank werd aangestuurd. Vragen van Scheringa en advocaat Knoops over een vermeende weigering van de minister van Financiën om een reddingsplan van andere banken voor de DSB te steunen, werden door de rechter afgekapt. Dat viel volgens hem buiten de kwestie die aan de orde was. (De Telelgraaf)