Minister Blok overleeft motie van wantrouwen na ‘failed state’-opmerking
DEN HAAG - De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, moest gisteren in de Tweede Kamer opnieuw diep door het stof over zijn uitspraken over Suriname - hij noemde het land een ‘failed state’ - en de multiculturele samenleving. “Mijn uitspraken spijten me. De woorden die ik heb teruggenomen, die meende ik niet”, aldus de bewindsman, die uiteindelijk een motie van wantrouwen overleefde.
“Het zal niemand verrassen dat ik deze zomer veel bezig ben geweest met deze kwestie. De woorden die ik heb gebruikt, waren om te prikkelen. Maar ik heb daarbij ongelukkige en onzorgvuldige woorden gebruikt”, zei Blok. “Dat spijt mij. Ik heb die woorden ook teruggenomen.”
Alleen excuses bleken niet genoeg voor de kamer. Veel partijen wilden weten of Blok daadwerkelijk gelooft in zijn uitspraken en wat dat voor zijn geloofwaardigheid als minister van Buitenlandse Zaken betekent. “Niets”, vindt Blok. Hij benadrukte dat de contacten met de buitenlandse collega’s – op Suriname na – zijn hersteld en dat er geen afspraken uit zijn ‘bomvolle’ agenda voor volgende week zijn geschrapt. Alleen Suriname had negatief gereageerd op zijn excuses, maar hij beloofde daar hard aan te werken. De relatie was voor zijn uitspraken ook al niet goed, voegde hij eraan toe. Op een besloten bijeenkomst zei Blok deze zomer onder meer dat hij geen land kent waar verschillende culturen vreedzaam samenleven. “Ik kan geen voorbeeld noemen.” Toen een van de tachtig toehoorders Suriname opperde, haalde Blok hard uit naar de republiek. “Dus de partijen in Suriname zijn niet langs etnische lijnen opgedeeld? Een functionerende rechtsstaat en democratie? Suriname is een failed state. En dat heeft ernstig te maken met de etnische opdeling.”
(AD)