Rechter verbiedt veiling percelen Woonpark Anjer
PARAMARIBO - Kortgedingrechter Ingrid Lachitjaran verbood gisteren de veiling van twee percelen op het Woonpark Anjer, voorheen Danny’s Villapark. Zij motiveerde dat de gedaagde verboden wordt om nogmaals over te gaan tot openbare verkoop van de percelen, totdat de bodemrechter over de rechtmatigheid daarvan zal hebben beslist.
De magistraat verklaarde het vonnis voor zover nodig uitvoerbaar bij voorraad. Zij ging mee met advocaat Michelle Lau-Kerssenberg die namens haar cliënten in kort geding vroeg om stopzetting van de veiling die vandaag zou plaatsvinden. Bovendien is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eisers gevallen. Lachitjaran oordeelde dat er van misbruik van procesrecht geen sprake is, zoals de gedaagde aanvoerde. Zij vindt dat niet gesteld noch gebleken is dat eisers na de aanzegging van de onderhavige openbare verkoop reeds een vordering daartegen hebben ingesteld en thans voor de zoveelste keer tegen dezelfde openbare verkoop opkomen. Zij neemt mee dat eisers tegen een eerdere aangezegde openbare verkoop een vordering instelden. Nu de eerdere openbare verkoop geen voortgang vond om voor gedaagde moverende redenen, terwijl thans een nieuwe openbare verkoop is aangezegd, staat het eisers vrij om een vordering ter zake de rechtmatigheid daarvan in te stellen. Immers, volgens de rechter is over de rechtmatigheid van deze nieuwe aanzegging nog niet beslist. Verder motiveerde Lachitjaran dat eisers zich erop beroepen dat de kantonrechter in hun geval wel toestemming gaf tot openbare verkoop, terwijl zij in dezelfde positie verkeren zoals een ander in wier voordeel werd beslist dat geen openbare verkoop van zijn perceel plaatsvond. Zij vindt dat het beroep van de eisers op rechtsongelijkheid gegrond is. Lau-Kerssenberg voerde bij de rechter aan dat de gedaagde misbruik maakt van zijn executierecht. “De gedaagde heeft gedurende de bouw van de woning van eisers executoriaal beslag doen leggen op het moederperceel, wetende dat op eisers de bouwplicht rustte. De eisers waren verplicht te bouwen op grond van de tussen hen en Stichting Danny gesloten koopovereenkomst, alvorens de juridische overdracht kon plaatsvinden. Gedaagde, die tevens een van de kopers was, was op de hoogte van het voorgaande en is daarom te kwader trouw”, vindt de advocaat. Zij geeft aan dat Stichting Danny bij de verkaveling gebruikmaakte van een valse verkavelingkaart, als gevolg waarvan de percelen niet bestaan. “Het door de gedaagde gelegde beslag heeft als grondslag de valse perceelkaart en niet de originele. Het beslag rust op een niet bestaand perceel. Tenslotte beroept eiseres zich op rechtsongelijkheid”, aldus Lau-Kerssenberg.
In deze onderhavige zaak nam de verkavelaar schulden op de percelen, waarna de schuldeiser beslag op ze legde. WJ