Vredesakkoord betekent nieuw gevaar voor ongerepte zones Colombia
Het einde van de oorlog in Colombia betekent nieuw gevaar voor ongerepte zones. De FARC trekt uit de bossen weg. Ontbossing en mijnbouw dreigen toe te nemen. Het meer dan vijftig jaar durende Colombiaanse conflict trof acht miljoen mensen, 220.000 mensen kwamen om. Door het vredesakkoord van 2016 kwam een einde aan het conflict.
Maar voor het milieu kan dat nieuwe gevaren opleveren, zegt Daniel Ruiz Carrascal van het International Research Institute for Climate and Society van de Columbiauniversiteit (VS). Hij is een van de auteurs van een studie in het tijdschrift Frontiers in Ecology and the Environment.
Milieubescherming bijzaak
“Het vredesakkoord is natuurlijk goed voor het land. Maar in de nasleep van dit conflict verwachten we een toename van de degradatie van ongerepte zones.”
Regeringen hebben de neiging om zich te concentreren op sociale en economische groei na het einde van een oorlog, zeggen de auteurs. Milieubescherming is dan maar bijzaak.
Colombia is het op een na meest biodiverse land ter wereld, met onder meer honderden diersoorten die nergens anders op aarde te vinden zijn.
FARC in bebost gebied
De FARC hield zich vooral in landelijk en bebost gebied op, met een massale migratie naar de steden als gevolg. Daardoor bleven grote bosgebieden ongerept tijdens het gewapende conflict.
Door het beëindigen van het conflict komen die ongerepte zones weer in het vizier. Nu al zien de onderzoekers hoe de ontbossing toeneemt in gebieden die vroeger door de FARC-rebellen werden gecontroleerd.
Ook de mijnbouw is een gevaar. De winning van mineralen zoals goud en smaragden is vandaag al een belangrijke motor van de Colombiaanse economie. De verwachting is dat die nog zal groeien. Daarbij dreigen onder meer bossen plaats te moeten maken voor toegangswegen.
Historisch voorbeeld
De onderzoekers roepen op de monitoring te verbeteren, beslissingen op wetenschap te baseren, en het klimaatbeleid te implementeren. Zo kan het vredesakkoord “niet alleen de levenskwaliteit van miljoenen mensen verbeteren, maar ook een historisch voorbeeld zijn van hoe een samenleving een oorlog kan beëindigen zonder de eigen omgeving en ecosystemen in gevaar te brengen.” De Colombiaanse regering sloot in 2016 een vredesakkoord met de rebellen van de Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC) na vier jaren van onderhandelen. Dit jaar vonden voor het eerst parlementsverkiezingen plaats met de FARC als politieke partij. Het waren de meest vreedzame verkiezingen in vijftig jaar, zegt de regering.
(DeWereldMorgen) Om wildleven duurzaam te beschermen moet de vraag naar producten die afkomstig zijn van dieren stoppen. Een nieuwe aanpak van natuurbeschermingsorganisaties zal focussen op het gedrag van de consument, de man of vrouw die de vraag naar ivoor en neushoornhoorn in stand houdt.
Het is de vraag naar producten van dieren die wildlevencriminelen brandstof geeft om hun praktijken te blijven doorvoeren, stellen de organisaties Traffic, WWF, Imperial College Business School en het Oxford Martin Programme on Illegal Wildlife Trade.
Om die vraag te onderdrukken gaan zij voor een nieuwe aanpak die erop is gericht om het gedrag van de consument te wijzigen.
Kijken naar andere sectoren In opdracht van het Britse ministerie van Milieu stelden de organisaties een rapport op, Reducing demand for illegal wildlife products, dat deze nieuwe aanpak illustreert. Het wordt vandaag vrijgegeven, net een maand voor de start van de conferentie over Illegale handel van Wildleven in Londen.
Een belangrijke nieuwigheid van het rapport is de focus op het verkennen van onderzoeksmethoden, casestudy’s en voorbeelden uit compleet andere sectoren dan die van het natuurbehoud en de poging om die inzichten te benutten om de illegale handel in wilde dieren en planten aan te pakken.
Taalstudie
Het rapport heeft aandacht voor onderzoek dat wil verduidelijken waarom er vraag is naar dergelijke producten, uit welke hoek de vraag naar producten van olifanten en neushoorns juist komt, en wie ze in stand houdt.
Zo werd er onder meer een Chinese en Vietnamese literatuuren taalstudie gedaan die helpt blootleggen wat precies de voorkeuren, keuzes en het aankoopgedrag van deze mensen beïnvloedt. De grootste markten voor ivoor- en neushoornhoornproducten bevinden zich immers in China en Vietnam.
Het rapport brengt ook initiatieven voor vraagvermindering van organisaties en overheden in kaart met betrekking tot een reeks bedreigde soorten en markten.
Consumentengedrag
De auteurs doen aanbevelingen voor organisaties die concrete initiatieven voor vraagvermindering lanceren om het consumentengedrag te proberen wijzigen.
Zo is het van tel dat elk initiatief een fundament heeft in de gedragswetenschappen, en er op die manier een effectieve gedragsverandering wordt nagestreefd.
Om de aanhoudende
vraag naar wildleven-producten beter te begrijpen is het nodig om te kijken naar verschillende invloeden op menselijk gedrag zoals bijvoorbeeld de impact van marketingacties van luxemerken, en die sectoren mee te betrekken in een gedragswijziging.
Ook is het van belang om de communicatie en bewustwording meer dan alleen maar te richten op natuurbehoud. Zo kan het nuttig zijn om de boodschap in te bedden in een bredere communicatiecampagne die rekening houdt met de specifieke cultuur en context van groepen.
De onderzoekers geven ook nog mee dat er grenzen zijn aan het veranderen van menselijk gedrag, maar er ook technieken bestaan om die grenzen zoveel mogelijk weg te halen door de doelgroep onder meer te wijzen op de directe voordelen van een gedragswijziging.
(DeWereldMorgen)