Training ‘Bemonstering gecontamineerde bodems’
PARAMARIBO - Onderzoeks medewerkers van het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zijn samen met milieu-inspecteurs van het Bureau Openbare Gezondheidszorg getraind in het bemonsteren van bodems die gecontamineerd zijn met pesticide. Dit obsolete pesticidenproject is ontstaan naar aanleiding van een onderzoek naar de aanwezigheid van pesticiden in de bodem en hoe daarmee om te gaan. Dit onderzoek is gedaan door de voedselen landbouworganisatie FAO in het Caribisch Gebied. Elf Caribische landen, waaronder Suriname doen mee aan dit project. De activiteiten rond de training maken deel uit van het Caribische pesticidenproject ‘Disposal of Obsolete Pesticides Including Persistent Organic Pollutants (POPs), Promotion of Alternatives and Strengthening Pesticides Management in the Caribbean’ met als uiteindelijk doel een verantwoord gebruik van pesticiden in het Caribisch Gebied. De training is verzorgd door bodemonderzoekdeskundige Gaius Eudoxie van de University of the West-Indisch in Trinidad and Tobago, die vorig jaar in Suriname was voor het nemen van mengmonsters in diverse landbouwgebieden. Na analyse van deze monsters bleek dat er minimale pesticidenresten aanwezig waren. In navolging daarop zijn er plotten uitgezet voor het afnemen van bodemmonsters. Bij dit onderzoek is de nadruk gelegd op openbare plekken, die vanwege hun toegankelijkheid voor eenieder een potentieel gevaar kunnen vormen. Er zijn bodemmonsters genomen te Mariënburg in het district Commewijne, waar in het verleden in de opslagruimte van de oude suikerfabriek het mierenverdelgingsmiddel HCH (hexachlorocyclohexane) was opgeslagen. Schade aan de verpakking zorgde voor lekkage. Bestrijdingsmiddelen kunnen een nadelige invloed hebben op mens en milieu. Dit middel blijft minstens zestig jaar in de bodem. De bodemmonsters zullen opgestuurd worden naar Trinidad and Tobago voor verder onderzoek. Als blijkt dat de bodem gecontamineerd is, zullen maatregelen getroffen worden om dit gebied te zuiveren. De Global Environment Facility financiert het project en de FAO coördineert het geheel. De bijdrage van LVV is in de vorm van personeel en materiaal. Dit meldt LVV in een persbericht.