Wereld Toerisme Dag
De UNWTO (Wereldtoerismeorganisatie) van de Verenigde Naties heeft 27 september ingesteld als ‘Wereld Toerisme Dag’
Centraal staan de culturele, sociale, politieke en economische waarde van toerisme. Elk jaar met een nieuw thema en gastland.
(World Tourism Day).
Sinds 1979 wordt deze dag op 27 september gehouden ter herinnering aan de datum waarop in 1970 de statuten van de UNWTO (United Nations World Tourism Organization) werden goedgekeurd, een belangrijk moment in de ontwikkeling van het hedendaagse wereldtoerisme. Toerisme is reizen met recreatieve of zakelijke doeleinden. Toeristen zijn mensen ‘die reizen naar plaatsen buiten hun gebruikelijk milieu, die niet meer dan één jaar voor vrije tijd, zaken en andere doeleinden blijven en die niet beloond worden voor hun activiteit ter plaatse’. Dit is de definitie van ‘toerist’ door de World Tourism Organization (WTO), de VN-organisatie voor toerisme en de bevordering ervan. Volgens deze organisatie doet ook de afstand tussen de eigen omgeving en die van reisdoel er niet toe. Een toerist kan geïnteresseerd zijn in cultuur of natuur van de bezochte landen, steden en gebieden. Toerisme bestond al bij de Romeinen, en was later voorbehouden aan de adel en andere welgestelden. Zij bezochten bijzondere gebouwen, leerden nieuwe talen en kwamen in aanraking met nieuwe gerechten en andere cultuuruitingen.
De oudste vermelding van het woord ‘toerist’ dateert uit 1839. In 1937 werd een toerist door de Volkenbond gedefinieerd als ‘iemand die voor meer dan 24 uur naar het buitenland op reis gaat’. Het verschijnsel toerisme en de daaraan verbonden bedrijfstak zijn echter veel ouder. Op basis van zijn beklimming van de Mont Ventoux stelde Francesco Petrarca in 1336 dat hij de eerste uitstapjes omwille van het uitzicht maakte sinds de oudheid. Ook Koning George III van Engeland wordt vaak als eerste toerist gezien, hij maakte regelmatig vakantie-uitstapjes naar de kustplaats Weymouth, wanneer zijn gezondheid te wensen overliet. In de Bijbel zou het bezoek van de koningin van Sheba aan koning Salomo als toerisme kunnen worden beschouwd. In de 18de eeuw werd het mode voor jonge aristocraten om een Europese toer te maken, vooral naar cultureel belangwekkende gebieden als Rome, Toscane, Florence, Napels en soms Griekenland. Dit gebeurde ter afronding van hun ontwikkeling en werd de Grand tour genoemd.
In de 19de eeuw ontwikkelt zich het verschijnsel van het ‘gezondheidstoerisme’. Welgestelden ontvluchtten de door de opkomende industrieën ongezonde steden en zochten herstel in bergen, bij mineraalbronnen of aan zee. Het toerisme is uitgegroeid tot een van de meest winstgevende bedrijfstakken ter wereld. In veel landen of streken is het een van de belangrijkste bronnen van inkomsten. Toerisme creëert er werkgelegenheid in hotels, restaurants, tearooms en cafés, vooral tijdens de zomermaanden. In sommige landen is het toerisme essentieel geworden voor de hele economie van het land. Voorbeelden hiervan zijn Spanje, Griekenland, Turkije, Cyprus en Egypte. Toerisme kan ingrijpende gevolgen hebben voor de leefsituatie van de lokale bevolking. Wanneer de gevolgen negatief zijn spreekt men van recreatiedruk. Daarnaast draagt toerisme bij aan de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. De CO2-uitstoot door de toeristische sector bedraagt momenteel circa 5% van de wereldwijde CO2uitstoot. Gezien de sterke groei van het toerisme wordt verwacht dat de uitstoot van CO2 door het toerisme en het aandeel hiervan in de totale wereldwijde CO2-uitstoot in de toekomst sterk zullen stijgen. De toeristische sector is zich bewust van dit probleem. (Bron: Beleven)