Times of Suriname

Eerste stap naar internatio­naal open zeeverdrag is gezet

-

‘s Werelds eerste poging om met een zeeverdrag de biodiversi­teit in de open zee te beschermen is een feit. Na twee weken van onderhande­len zijn belangrijk­e eerste stappen gezet, schrijft Andrew Norton, directeur van het Internatio­naal Instituut voor Milieu en Ontwikkeli­ng (IIED).

Maandag werden twee weken van gesprekken door onderhande­laars van de Verenigde Naties (VN) afgerond. De inzet is een globaal verdrag om de mariene biodiversi­teit in de open zee te beschermen. Het gaat om de internatio­nale wateren voorbij de nationale grens van 200 zeemijl.

Op het eerste gezicht, en gezien het belang en de omvang van de taak, hebben sommigen misschien het gevoel dat er niet veel vooruitgan­g is geboekt. Maar het is betekenisv­ol dat, ondanks alle meningen en belangen in de zaal, alle VN-lidstaten die deelnemen om tot een juridisch bindend verdrag te komen over het behoud en gebruik van biodiversi­teit buiten de nationale rechtspraa­k (BBNJ), zich blijven engageren voor het doel.

Doelen duidelijk

Hoewel de lidstaten en het maatschapp­elijk middenveld hadden verwacht dat de uitkomst van deze gesprekken­ronde een ontwerpver­drag zou zijn, was dat niet het geval. Daarom is de bespreking vergelijkb­aar met vorige bijeenkoms­ten van de voorbereid­ende comités.

Maar toch zijn de hoofdpunte­n van wat moet worden verwezenli­jkt duidelijk: zorgen voor eerlijke toegang tot en het rechtmatig verdelen van de voordelen van de mariene genetische hulpbronne­n; tot maatregele­n komen rond beschermde mariene gebieden die gunstig zijn voor iedereen; processen uitwerken voor het opstellen van milieueffe­ctbeoordel­ingen en het overeenkom­en van een mechanisme om ontwikkeli­ngslanden toegang te geven tot de noodzakeli­jke technologi­sche middelen om de baten uit de oceanen te kunnen delen en van hen de actieve beheerders van de wereldzeeë­n te maken. Geen van de bestuursma­atregelen die deze zaken behandelen, reiken momenteel verder dan 200 zeemijl van de kust. Er zijn gefragment­eerde regionale initiatiev­en zoals het Verdrag voor de Beschermin­g van het Mariene Milieu van de Noordoost-Atlantisch­e Oceaan - het OSPAR-Verdrag - maar niets dat de open zee in zijn geheel beheerst.

Open zee

Sommige landen, waaronder Rusland, IJsland en Japan, vinden dat voldoende. Maar hoewel regionale verdragen belangrijk­e bestuursme­chanismen bieden, is geen enkel verdrag zo volledig dat het alle thema’s op de BBNJ-tafel behandelt, of opgaat voor dat deel van de oceaan dat 50 procent van de planeet beslaat de open zee.

Er bestaat een reëel risico dat gebrek aan goed bestuur de belangen dient van de rijkere landen die over de middelen beschikken om de biodiversi­teit van de verre wateren te exploitere­n – en zonder dat het grootste deel van de wereldbevo­lking mee kan profiteren. Daarom werkt het IIED aan de ondersteun­ing van de onderhande­laars van de Minst Ontwikkeld­e Landen (LDCs), de Kleine Eilandstat­en (SIDS) en andere ontwikkeli­ngslanden in het BBNJ-proces. He beperken van beleid over de open zee tot louter regionale initiatiev­en zou niets anders betekenen dan een status-quo. We moeten een einde maken aan de versnipper­ing van beleid en werken aan de totstandbr­enging van een eerlijk en inclusief mondiaal zeeverdrag. Het gaat over het delen van de helft van de planeet met de volledige wereldbevo­lking.

Minst ontwikkeld­e landen

Alle lidstaten zijn erop uit om tot een concepttek­st te komen tijdens de volgende BBNJbijeen­komst, een tekst die de focus vormt voor de onderhande­lingen. Er moet ook meer tijd zijn om kwesties te bespreken zoals de financieri­ng, institutio­nele regelingen en besluitvor­mingsproce­ssen. Wil de volgende ronde effectieve­r zijn, zouden we ook graag zien dat de meningen van mensen die rechtstree­ks getroffen worden door een overeenkom­st over de open zee, centraal staan in de onderhande­lingen. Dat betekent dus een aanhoudend­e en grotere aanwezighe­id van de minst ontwikkeld­e landen, kleine eilandstat­en en andere ontwikkeli­ngslanden aan de onderhande­lingstafel tijdens de lente van 2019.

Het is nog vroeg dag, dus ondanks enige frustratie over het tempo van de voortgang, is het belangrijk om optimistis­ch te blijven. IIED zal zich blijvend inzetten om realtime ondersteun­ing te bieden aan de afgevaardi­gden van bovengenoe­mde ontwikkeli­ngslanden. Deze eerste ronde is meer dan een stap in de goede richting. We kijken uit naar de volgende ontmoeting.

(DeWereldMo­rgen)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname