Rebellen verwijderen zware wapens geplande gedemilitariseerde zone Idlib
SYRIË - De Syrische rebellen hebben alle zware wapens weggehaald uit de nieuw in te richten gedemilitariseerde zone in de provincie Idlib. Volgens het Turkse persbureau Anadolu hebben de antiregeringstroepen de grote operatie die zaterdag begon, gisteren voltooid.
In de frontlinie in Idlib willen Rusland en Turkije een gebied inrichten van 15 tot 20 kilometer breed om zo de opstandelingen, waarvan een deel gesteund wordt door Turkije, en het Syrische leger te scheiden.
Half september zijn de Russische president Vladimir Poetin en zijn Turkse ambtgenoot Recep Tayyip Erdogan het eens geworden over die gedemilitariseerde zone. Een van de afspraken uit het akkoord is dat alle zware wapens voor 10 oktober uit het gebied moeten worden weggehaald. Op 15 oktober moet de zone volledig ingericht zijn. De Russische minister van Defensie, Sergei Shoigu, verklaarde, nadat de afspraken over de gedemilitariseerde zone gemaakt waren, dat het voorgenomen offensief van het Syrische regeringsleger en de bondgenoten van de baan is.
Idlib geldt als het laatste grote bolwerk van de opstandelingen die vechten tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad, die wordt gesteund door Rusland en Iran. Veel strijders zijn hier naartoe gekomen nadat ze uit andere delen van het land werden verdreven. Er bevinden zich naast tienduizenden strijders ook miljoenen burgers in de provincie en aangrenzende gebieden die nog in handen zijn van opstandelingen. (NU)