“Als eerste bewoners hebben wij recht op onze grondgebieden”
PARAMARIBO - De Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) zegt dat er tot heden geen zichtbare stappen zijn genomen om de actuele onderwerpen in het bijzonder het Kaliña- en Lokono-vonnis (K&L-vonnis) en het Stappenplan ter realisering van de wettelijke erkenning van de grondenrechten der inheemse volkeren in Suriname, te bewerkstelligen.
Dit zei Theo Jubitana, voorzitter van de vereniging tevens kapitein van Hollandse Kamp, gisteren op een persconferentie. De vereniging vindt dat als eerste bewoners van Suriname zij recht hebben op de grondgebieden waar zij jaren op hebben gewoond. Sinds 1993 vecht de vereniging voor de wettelijke rechten van de inheemsen in Suriname. Volgens Jubitana is het bestuur gereed om juridische stappen te ondernemen indien er geen werk van wordt gemaakt om de beloftes na te komen. De deadline voor het K&L-vonnis is 28 januari 2019 en tot nu toe is alleen de samenvatting van het vonnis vertaald. Ook is er niet gewerkt aan het zogeheten twaalf pagina’s tellende stappenplan. Volgens de voorzitter is minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling in juni 2018 door president Bouterse aangewezen om het stappenplan te realiseren. Tot op heden zijn er nog geen duidelijke stappen ondernomen. De vereniging bestaat uit vertegenwoordigers van bijkans tweeënvijftig dorpen die verspreid liggen. Jubitana zegt dat reeds tien dorpen zich hebben teruggetrokken uit de vereniging. Wat de reden daarvoor is, is niet doorgegeven. Wel geeft de voorzitter toe dat indien de grondenrechtenwet is aangenomen en de inheemsen in Suriname ook worden erkend, het een overwinning zal zijn voor elke inheemse broeder of zuster.
Daarnaast is ook gebleken dat gronden in de districten Para en Saramacca, waaronder de dorpen Cabenda, Mata en Maho, zijn verkocht. Volgens Lloyd Read, voorzitter van de Organisatie van Samenwerkende Inheemsen in Para (OSIP) neemt de verkoop van grote lappen grond de laatste jaren enorm toe. De situatie is zo erg geworden dat zelfs in woongebieden stukken grond worden verkocht. De voorzitter zegt dat de OSIP en VIDS niet langer van plan zijn om deze vorm van vernedering aan te nemen. Grootgrondbezitters zouden geen recht hebben om gronden van de inheemsen op te kopen zonder toestemming. Daarnaast worden er zelfs activiteiten ontplooid op de gronden.
Het bestuur van de VIDS is van plan om binnenkort de laatste ontwikkeling van zaken onder de aandacht te brengen bij het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens.