Braziliaanse goudzoekers zijn de ‘koeriers’
PARAMARIBO - Suriname heeft last van importmalaria uit de buurlanden. Vooral uit Frans-Guyana steken veel mensen die geïnfecteerd zijn met de parasiet de Marowijnerivier over. Dit overschaduwt de bijzondere prestatie die Suriname neerzet in de strijd tegen malaria. Gezien de huidige trend kan 2018 afgesloten worden met minder dan 40 ‘Surinaamse’ gevallen. De gevallen van importmalaria lopen echter in de honderden.
Het zijn vooral rondtrekkende goudzoekers die met malaria terugkomen in Suriname na een poosje in Frans-Guyana te hebben gewerkt. “Dat wil zeggen dat de goudzoekers die niet alleen in Suriname blijven, maar ook naar goudmijngebieden in Frans-Guyana gaan, de belangrijkste risicogroep zijn geworden. En dat komt omdat er in de Franse mijngebieden nog veel malaria is. De mensen van Frans-Guyana werken daar, maar ze komen naar Suriname om hun goud te verkopen of hun inkopen te doen of om de Franse politie te ontlopen”, zegt Hélène Hiwat, coördinator van het Malaria Programma in Suriname. Suriname blijft geconfronteerd met importmalaria vanwege de constante bewegingen over de Marowijnerivier. De goudzoekers lopen de parasiet buiten Suriname op, maar de diagnose en behandeling vinden in Suriname plaats. Na Frans-Guyana komen de meeste importgevallen uit Brazilië en daarna Guyana. Intussen dienen ook malariapatiënten uit Venezuela zich. Vanwege de economische problemen in het land is de gezondheidszorg sterk achteruitgegaan. Ook vluchten veel Venezolanen via het oerwoud naar de grenzen en raken tijdens dat proces geïnfecteerd. “In 2017 hadden we naast de veertig nationale cases 511 uit andere landen, waarbij meer dan 95 procent afkomstig was uit Frans-Guyana. En dat zijn dus niet de Franse, maar dat zijn de Braziliaanse goudzoekers”, stelt Hiwat.