Kettingreactie op huidig politiek beleid bij behandeling transmigranten
“Als de zaken in het onderzoek kloppen, dan moeten ze ermee naar de rechtbank. Als er mistoestanden zijn, dan moeten die bestraft worden.” Dat is de reactie van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) op het rapport dat Dokters van de Wereld woensdag 24 oktober heeft uitgebracht. Dat rapport legt bloot dat 1 op de 4 transmigranten in België geconfronteerd wordt met politiegeweld dat illegaal en buitensporig is van aard. Hiermee richt de organisatie zich in het bijzonder juist tot de beleidsmakers. ‘De politie gratuit beschuldigen van geweldpleging. Bewijslast: 0,0. Linkse ngo’s mogen alles’, tweet staatssecretaris van Asiel en Migratie Theo Francken zodra de ngo Dokters van de Wereld zijn onderzoek uitbrengt. Deze tweet weergeeft het politieke discours dat Dokters van de Wereld aanklaagt met de resultaten van hun onderzoek als concreet beeld van het directe gevolg ervan. Ook Jambons eerste afwachtende reactie toont hoe een grote verantwoordelijkheid voor het politiegeweld op transmigranten bij het huidige politieke beleid ligt. De erkenning van menselijkheid van migranten neemt af en dat leidt tot een oplopende druk bij politie-eenheden op het terrein, vindt Dokters van de Wereld. Dat heef volgens hen een impact op het gedrag van sommige politieagenten. 440 migranten heeft Dokters van de Wereld van mei tot en met juli dit voorjaar bevraagd om hierover een concreter beeld te krijgen. Het gaat hier om mensen die na een lange, barre tocht op de vlucht voor oorlog, vervolging of uitzichtloze armoede in Brussel zijn terechtgekomen en bij Dokters van de Wereld langskwamen in de humanitaire hub voor medische zorg en informatie. Of ze op hun parcours door België zijn geconfronteerd met politiegeweld? ‘Ja’, verklaren 110 van hen. 59 van de 110 gingen vervolgens akkoord hierover langdurig te worden geïnterviewd. 51 daarvan waren uiteindelijk bruikbare getuigenissen om te dienen als een valide steekproefonderzoek. Daaruit blijkt dat meer dan de helft van de ondervraagden, 58 procent, tijdens de arrestatie door de politie zijn geslagen met handen, voeten of matrakken. “De helft hiervan verklaart dat dit geweld zelfs plaatsvond op het moment dat zij reeds waren geïmmobiliseerd”, vertelt Nel Vandevannet, directeur Belgische projecten bij Dokters van de Wereld.
Het meeste geweld vond plaats op het commissariaat, voor de opsluiting in een cel. 66 procent van de gearresteerde respondenten verklaart op dat moment geconfronteerd te zijn geweest met psychologisch en fysiek geweld. Misbruik vond vooral plaats tijdens naaktfouilleringen en tijdens de afname van vingerafdrukken.
“Dat terwijl politieagenten enkel naaktfouilleringen mogen uitvoeren om te controleren of iemand verboden middelen op het lichaam draagt en alleen als daar ernstige aanwijzingen en sterke vermoedens voor zijn”, zegt Vandevannet. Toch is 6 op de 10 van de gearresteerde personen gedwongen tot een naaktfouillering. En in 72 procent van de gevallen ging dit gepaard met vernederend gedrag zoals uitlachen, bespotten, ondergoed met geweld verwijderen, of zelfs tegen de muur worden geduwd terwijl een andere agent het ondergoed uittrekt.
Volgens het Istanbul-protocol een officieel VNdocument met internationale richtlijnen voor de beoordeling van personen die zeggen gemarteld of mishandeld te zijn – is gedwongen naaktfouillering gelijk aan marteling. De getuigenis van een 29-jarige Libische man aan Dokters van de Wereld doet begrijpen waarom: “Toen we in het commissariaat aankwamen moesten we een ruimte binnengaan, waar we werden afgeranseld. Toen ik hun vroeg waarom ze me als een beest behandelden, sloegen ze me nog meer. Daarna moesten we ons volledig uitkleden en achter elkaar gaan staan, zodat ze ons konden fouilleren. Toen ik niet wilde, trokken 4 politieagenten hardhandig mijn kleren uit. Er waren ook vrouwelijke politieagenten. Zij deden niets, maar lachten ons uit.”
(dewereldmorgen/
Foto: HLN)