Minister Elias wil meer ruimte voor primaire gezondheidszorg op politieke agenda regering
PARAMARIBO – De regering zal nog meer aandacht moeten besteden aan de primaire gezondheidszorg, als zij duurzame gezondheidswinst voor Suriname en zijn bevolking wil creëren. Dat is de mening van minister Antoine Elias van Volksgezondheid, na het bijwonen van de in Astana, Kazachstan.
‘Global Conference on Primary Health Care’
Volgens een persbericht van het ministerie bestond de delegatie die de minister vergezelde, uit Rick Kromodihardjo, directeur van het Staatsziekenfonds en Herman Jintie, adjunctdirecteur van de Medische Zending Primary Health Care Suriname. Hij is ervan overtuigd dat de primaire gezondheidszorg in Suriname een betere plek verdient, dan die ze krijgt op de huidige politieke agenda. “Maar er moet beleid gemaakt worden, zodat het eerste niveau van contact voor de zorgvrager, standaard de primaire zorgverlener is. Daarnaast moeten we werken aan een geïntegreerde zorg die de gebruiker centraal stelt.” In het beleid moet verschuiving plaatsvinden van ziektebestrijding naar zorgverlening, waarbij preventie en een vroege diagnose van ziekten en aandoeningen hoge prioriteit genieten. “Daarnaast moet de regering voldoende middelen beschikbaar stellen voor de primaire gezondheidszorg, maar ook regelgeving maken, zodat de gemeenschap voldoende wordt betrokken bij de inrichting en richting van de zorg. Ook zou aandacht geschonken moeten worden aan de digitale mogelijkheden, zoals Telemedicine.”
De minister gaat daarom voor een intersectorale benadering om uiteindelijk te komen tot een universele dekking in Suriname. “Daarbij moet gewerkt worden aan de belangrijkste factoren die de gezondheid kunnen beïnvloeden, zoals schoon drinkwater, een goede hygiëne, educatie en armoedebestrijding.” Elias benadrukt dat een universele dekking alleen gerealiseerd kan worden als wordt gestreefd naar gezondheid ‘in alles en voor alles’, waarbij niemand achtergelaten wordt. “De ruggengraat van het primaire gezondheidszorgsysteem is de factor mens, in het bijzonder de lokale gezondheidswerker. De lokale gezondheidswerker moet onderdeel zijn van een multisectorieel team van werkers. Hier staat niet de dokter centraal maar het multidisciplinaire team, dat goed getraind is, afgebakende taken en verantwoordelijkheden heeft, en ook het vertrouwen van de gemeenschap. Idealiter zou een dergelijke gezondheidswerker 25 procent in de kliniek en 75 procent in de gemeenschap bezig moeten zijn.” De minister realiseert zich evenwel dat het succes van primaire gezondheidszorg afhankelijk is van de participatie van de gemeenschap. “Voor de meeste landen is het moeilijk om hun overheden te overtuigen van het belang van de primaire gezondheidszorg. Daarnaast gaan wereldwijd gezondheidsbudgetten omhoog. Voor de gezondheidsminister is de uitdaging om meer te halen uit wat er al besteed wordt aan gezondheid. Door te investeren in primaire zorg worden ziekenhuizen geholpen om beter te doen wat ze moeten doen.”