Times of Suriname

Cambodja viert woelig 65-jarig bestaan

-

Het is vandaag een belangrijk­e dag voor Koning Norodom Sihamoni van Cambodja. Hij houdt een plechtighe­id in de hoofdstad Phnom Penh omdat zijn land vandaag precies 65 jaar onafhankel­ijk is van Frankrijk. En het heeft sindsdien een woelige geschieden­is beleefd. IPS-correspond­ent Kris Janssens maakt een analyse.

Plaats van het gebeuren wordt het onafhankel­ijkheidsmo­nument, een statige toren op een drukke rotonde in de stad. Het bouwwerk combineert de sierlijke krullen uit de klassieke Cambodjaan­se architectu­ur met de strakke lijnen van het modernisme. Het is gebouwd in de periode net nà de onafhankel­ijkheid door architect Vann Molyvann. Hij zou later ook de plannen tekenen voor onder meer het Olympisch stadion (hoewel er nooit Olympische Spelen in Phnom Penh hebben plaatsgevo­nden).

Dat stadion was in 1966 wel het decor voor een staatsbezo­ek van Charles De Gaulle aan Cambodja, op dat moment al dertien jaar geen Frans protectora­at meer. Beelden van het bezoek tonen een glunderend­e Norodom Sihanouk (de vader van de huidige koning) die trots zijn land toont aan de Franse generaal.

Cambodja wordt de ‘parel van Zuidoost-Azië’ genoemd. Het heeft niet alleen moderne architectu­ur, maar ook een levendige rock and roll scene en zelfs een voorzichti­ge filmindust­rie, vooral omdat Sihanouk zelf filmmaker was. Staatsgree­p

Korte tijd later zou de sfeer omslaan. In 1970 pleegt generaal Lon Nol een staatsgree­p. Hij zet de koning af en roept de republiek uit. Cambodja raakt onder zijn bewind betrokken bij de Vietnamoor­log. De Amerikanen bombardere­n de grensstree­k, waar communiste­n zich schuil houden. Intussen wint de Rode Khmer van Pol Pot terrein en op 17 april 1975, een historisch­e datum, marcheren zijn troepen de hoofdstad Phnom Penh binnen. Het begin van een donker tijdperk. Over de Rode Khmer is al veel inkt gevloeid. Het is een extreem communisti­sch regime dat de strijd aanbindt tegen iedereen die ‘te intellectu­eel’ is. De stad wordt ontruimd en mensen moeten verplicht op het land werken, vaak tot ze er letterijk bij neervallen. Alles samen is de Rode Khmer verantwoor­delijk voor 1,7 tot 2 miljoen doden, op een bevolking van ongeveer 7 miljoen. Het ergste is dat dit een genocide ‘van binnenuit’ is. Je buurman kon je aan de galg praten omdat je tegen ‘Angkar’ (of het regime) zou handelen. Dat maakt dat dit hoofdstuk tot op vandaag onderhuids nog altijd nazindert.

Vietnam

Op 7 januari 1979, nog zo’n historisch­e datum, bevrijdt het Vietnamese leger Cambodja van de Rode Khmer. Tenminste, zo staat het in onze geschieden­isboeken. De Cambodjane­n onthouden vooral dat de Vietnameze­n vervolgens twaalf jaar gebleven zijn. De Volksrepub­liek Kampuchea, die met de steun van Vietnam wordt opgericht, krijgt ook internatio­naal weinig erkenning. Zelfs de Verenigde Naties zijn Pol Pot blijven beschouwen als de vertegenwo­ordiger van Cambodja.

Intussen vechten Rode Khmer soldaten in de jungle nog altijd tegen de Vietnameze­n. Honderddui­zenden Cambodjane­n ontlopen het geweld en komen in vluchtelin­genkampen terecht in en vlakbij Thailand.

Verenigde Naties

En daar staat alweer een volgende macht klaar om het land over te nemen: de Verenigde Naties. Op 23 oktober 1991 wordt in Parijs een akkoord onderteken­d dat het land in rustiger vaarwater moet brengen. VN-soldaten zorgen in 1992 en 1993 voor de naleving van dit akkoord op het terrein. Belangrijk­ste doelstelli­ng: het land ‘teruggeven aan de Cambodjane­n’ door de eerste vrije verkiezing­en te organisere­n.

Dat gebeurt ook. De verkiezing­en bevestigen vooral de machtsposi­tie van Hun Sen, die vandaag nog altijd de plak zwaait. Hij is een gewezen Rode Khmer strijder die later zou overlopen en door de Vietnameze­n op een voetstuk is geplaatst. Nadat hij verschille­nde keren minster was geweest, wordt hij in 1985 premier. Dat blijft hij ook na die vrije verkiezing­en van de VN.

Co-premier

Tenminste, eigenlijk haalt hij te weinig stemmen om eerste minister te worden. Maar hij krijgt het zover dat hij ‘de tweede premier’ of ‘co-premier’ genoemd wordt. Naast ‘de eerste premier’ prins Norodom Ranariddh, de zoon de koning, die is teruggekee­rd uit ballingsch­ap. Het is een voorbeeld van hoe Hun Sen de politiek telkens opnieuw naar zijn hand weet te zetten zetten. Tot op vandaag. Zo heeft hij in november vorig jaar de enige oppositiep­artij in het land (de CNRP) eenvoudigw­eg laten verbieden; om zeker te zijn van een klinkende verkiezing­soverwinni­ng in juli van dit jaar. Daarmee blijft er weinig over van het democratis­che staatsmode­l dat de Verenigde Naties meer dan een kwarteeuw geleden wilden introducer­en.

Als hij met kritiek geconfront­eerd wordt, verwijst Hun Sen steevast naar de periode van stabilitei­t die Cambodja sinds zijn aantreden is ingegaan. Dat klopt ook wel. Na die woelige burgeroorl­og uit de jaren tachtig, is er rustige vastheid gekomen. Buitenland­se ngo’s zijn teruggekom­en en bouwen nog altijd mee aan het land. “Hier in Phnom Penh waren amper verharde wegen”, herinnert Fransman Gilles zich uit die periode. “Het werd afgeraden om als blanke door het land te reizen, wegens te gevaarlijk.” Hij heeft Phnom Penh in al die jaren zien uitgroeien tot een stad met hoge torens en een bruisend nachtleven.

Tussenstop

Vandaag staat Cambodja op de lijst van te bezoeken landen in Zuidoost-Azië, al is het voor veel toeristen nog altijd een tussenstop onderweg van Vietnam naar Thailand. Ze willen in elk geval het prachtige tempelcomp­lex van Angkor Wat in het noorden bezoeken.

De link met Frankrijk is bijna helemaal verdwenen. Oudere mensen spreken vreemdelin­gen nog spontaan in het Frans aan. Maar de introducti­e van de dollar als betaalmidd­el tijdens de VN-periode en de popularite­it van de Amerikaans­e cultuur hebben van Engels hier de tweede taal gemaakt. Hoewel de soft-power van Amerika erg groot is, kijkt premier Hun Sen liever naar China als grote geldschiet­er. Peking stelt namelijk geen lastige vragen over mensenrech­ten. Cambodja heeft nog een lange weg te gaan voor het een volwaardig­e democratie zal zijn. (dewereldmo­rgen/Foto:

Footprint Travel) Begin jaren 1980 probeerden de FARC-leiders reeds een eerste keer een vredesakko­ord te bereiken met toenmalig president Belisario Betancur. In 1984 werd effectief een akkoord onderteken­d. Als resultaat stichtten het jaar daarop verschille­nde verzetsfra­cties de politieke partij Unión Patriótica (UP).

Het vredesakko­ord werd echter niet in de praktijk uitgevoerd. Wel integendee­l. De belangrijk­ste leiders van de UP werden vermoord en met hen duizenden partijlede­n. De Inter-Amerikaans­e Commissie voor de Mensenrech­ten in Washington verklaarde daarover: “… deze zaak behelst opeenvolge­nde en zware schendinge­n van de mensenrech­ten tegen meer dan zesduizend personen, die actief waren in de UP in 1984”. De Commissie besloot dat “de onderzoeke­n onvoldoend­e waren en geen echte ophelderin­g over de verantwoor­delijken van de uitroeiing opleverden”.

Een half vredesakko­ord in 2016

Het recente vredesakko­ord tussen de FARC en Colombiaan­s president Juan Manuel Santos in november 2016 ging gepaard met veel officiële bombarie. Niet zo onder brede lagen van de bevolking die al decennia lang in een gewelddadi­ge maatschapp­ij overleeft en die door politieke propaganda misleid wordt, vooral van senator (en voormalig president) Álvaro Uribe .

President Santos legde het akkoord voor aan de bevolking in een referendum, maar die keurde het af, ook het Colombiaan­se Congres wrong tegen. Na het mislukte referendum eiste de oppositie onder leiding van Uribe aanpassing­en aan het bereikte akkoord.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname