Drugsveroordeelde vraagt VI middels bezwaarschrift
PARAMARIBO Advocaat Irene Lalji heeft bezwaar aangetekend tegen het feit dat de VIcommissie geen Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) aan haar cliënt Romeo F verleende. Rechter Dinesh Sewratan heeft het bezwaarschrift in behandeling genomen en zal nog een beslissing nemen of de man in aanmerking komt voor VI.
Lalji zegt dat haar cliënt veroordeeld werd tot vijftien maanden celstraf. Op 25 augustus had hij reeds tweederde van zijn straf uitgezeten. Op grond van artikel 29 van het Wetboek van Strafrecht zou de man als gevolg van de uitgezeten straf en goed gedrag in aanmerking moeten komen voor VI. De VI-commissie vindt dat op grond van de wet de man niet in aanmerking komt voor VI, omdat hij is veroordeeld voor overtreding van de Wet Verdovende Middelen waarop een straf van hoger dan vier jaar staat. Lalji is het niet eens met deze zienswijze. Ze zegt dat de kortgedingrechter in twee gevallen besliste dat gekeken moet worden naar de straf die de man is opgelegd. In een van de gevallen ging het vonnis zelf in kracht van gewijsde. In het onderhavige geval is Romeo F een straf lager dan vier jaar opgelegd. De officier van justitie vindt dat Romeo F niet in aanmerking komt voor VI. Zij zegt dat de wetgever niet bedoelt de aan de veroordeelde opgelegde straf, maar de straf zoals opgenomen in de wet. Daarbij wees zij erop dat een kortgedingrechter een verzoek voor het verlenen van VI afwees. Romeo F werd schuldig bevonden aan het smokkelen van 3340 gram cocaïne op 7 april dit jaar. Hij werd veroordeeld tot vijftien maanden celstraf en een boete van SRD 1.500, te vervangen door een maand hechtenis.
WJ