Times of Suriname

Regering weet zich geen houding

-

PARAMARIBO - De wanhopige noodkreet die granman Asongo Alalaparu van Kwamalasam­utu deed bij de Ashantikon­ing Otumfuo Osei Tutu II zal de regering niet gauw vergeten. Minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeli­ng (RO) en granman Albert Aboikoni van de Saramaccan­ers hielden de Ashanti-koning de ontwikkeli­ng voor die de nakomeling­en van de Afrikaanse slaven hebben doorgemaak­t in Suriname.

Granman Alalaparu, die gisteren namens de inheemsen sprak op de meeting tussen het tribale gezag en koning Otumfuo, deed echter een wanhopige noodkreet van armoede en verwaarloz­ing onder zijn mensen. “Wij pinaren”, zegt het inheemse grootopper­hoofd van de Trio’s. Aan de gezichtsui­tdrukkinge­n van minister Dikan en vicepresid­ent Ashwin Adhin was duidelijk te merken dat zij dit niet hadden zien aankomen en zich geen houding wisten. “Daar waar wij wonen, hebben wij niks.”

Na de toespraak van granman Alalaparu gaf minister Dikan het woord aan Paul Abiteng, voorzitter van de Vereniging van Binnenland­se Houtproduc­enten (BHP) die de zaak snel over een andere boeg gooide door te praten over de inspanning­en die er door de mensen van busikondre worden gepleegd om het ondernemer­schap binnen de groep te bevorderen. Echter, ook hij werd op een gegeven moment heel kritisch naar de regering over de achterstan­d die er binnen de marrongroe­p bestaat in vooral de kustvlakte. “Onze kinderen gaan naar school zonder brood, omdat onze mannen op de goudvelden werken. Zij kunnen geen werk in de stad vinden.” Abiteng riep in het bijzijn van de koning de regering op om zich in te zetten voor het realiseren van de basisbehoe­ften voor de marrongroe­pen die in de achtergest­elde buurten van Paramaribo en Wanica wonen. Op de Afrikaanse koning doet hij een beroep om kennis ter beschikkin­g te stellen van de diasporagr­oep in Suriname, en investerin­gsmogelijk­heden voor hen te creëren in Afrika en andere delen in de de wereld.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname