“Het is genoeg geweest”
Noodkreet Jemenitische Nobelprijswinnares:
“Het is genoeg geweest.” De indrukwekkende noodkreet komt van Tawakkol Karman (39), een mensenrechtenstrijdster uit Jemen die in 2011 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Zij ziet hoe de internationale gemeenschap toekijkt terwijl haar land wordt vernietigd.
Het grote lijden van de bevolking in Jemen wordt verlengd door buitenstaanders, schrijft Karman in haar aangrijpende aanklacht. Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (beide met steun van een internationale coalitie waarin de Verenigde Staten en Groot-Brittannië actief meedoen), maar ook de Houthirebellen (gesteund door Iran) voeren een regionale machtsstrijd, die allang niet meer gaat over de belangen van de Jemenieten. Die zitten met de afgrijselijke brokken: de infrastructuur van het land ligt in puin, miljoenen mensen worden bedreigd door honger en de ergste cholera-epidemie sinds mensenheugenis heerst. 56.000 doden zijn er al gevallen en nog erger dreigt.
“Sinds het begin van de oorlog in 2014 hebben de Saudi’s hun bondgenoten het mandaat ruim overschreden”, aldus Karman. “Waarom mag de legitieme regering niet terug naar bevrijde gebieden? Waarom al die slachtingen van burgers – op markten, vluchtelingenkampen, ziekenhuizen, bruiloften en begrafenissen, scholen en woonwijken? Waarom al die tijd een lucht-, zee- en landblokkade? Waarom hebben Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, twee van de rijkste landen ter wereld, deze humanitaire crisis laten voortduren? In plaats van vluchtelingen te ontvangen heeft Saudi-Arabië tienduizenden gastarbeiders en zakenmensen uitgewezen, juist degenen die mensen in Jemen konden onderhouden.”
Het zijn de vragen die inmiddels ook vanuit de VN worden gesteld. Na de moord op de Saudische journalist Khashoggi ligt Saudi-Arabië onder een vergrootglas en is er nieuwe druk om de oorlog te beëindigen en een politieke oplossing te zoeken met de Houthi-rebellen. Die zouden volgende maand naar Zweden willen komen voor overleg.
Ook deze rebellen neemt Karman mee in haar aanklacht. “Ze moeten stoppen met hun destructieve gedrag en geen wapens en andere steun meer krijgen uit Iran. Het is een extreme groep, die vijandig staat tegenover burgerrechten en ze hebben talloze misdaden tegen mensenrechten op hun geweten.” Te midden van het aanhoudende lijden van de bevolking probeert het Rode Kruis te helpen. Dat lukt maar moeilijk zolang de strijd voortduurt.
De laatste bevindingen van de medewerkers ter plaatse zijn verontrustend. Een groot deel van de ziekenhuizen en gezondheidszorg is niet meer operationeel door het conflict. De voedselprijzen zijn enorm gestegen, waardoor mensen nauwelijks maaltijden kunnen kopen. De burgers koken bladeren, eten een mengsel van bloem en water of delen een brood met een grote groep mensen. De verkoop van olie bijvoorbeeld ging eerder per fles, nu per lepel.
Nederlands Rode Kruiswoordvoerster Iris van Deinse: “We zien een toename in mensen met ondervoeding die aankloppen bij de ziekenhuizen die het Rode Kruis ondersteunt in Jemen. In Hodeida zijn Rode Kruishulpverleners naar een opvangplek geweest waar 36 families (zo’n driehonderd mensen) al drie maanden in een school schuilen, zonder dat zij matrassen hebben of toegang tot basisvoorzieningen. De collega’s noemen de situatie daar schrikbarend.”
(HLN)