Politieman zat tien dagen onrechtmatig in detentie
PARAMARIBO - Een politieman, die huisbewaarder van cellenhuis Centrum was, zat tien dagen onrechtmatig in detentie. Zijn advocaat Georgette Leter is niet te spreken dat de wetsdienaar alleen op basis van de aangifte van een vrouw werd aangehouden voor feitelijke aanranding. Het Hof van Justitie stelde de wetsdienaar donderdagmiddag in vrijheid. Leter spreekt haar ernstige afkeuring uit dat het Openbaar Ministerie (OM) de politieman ook nadat de invrijheidstelling was gelast door het hof, langer dan 24 uur nog in detentie hield.
De politieman werd op 20 november aangehouden. Hij gaf vanaf het begin aan geen seksuele handelingen met de aangeefster te hebben gepleegd. Leter zegt dat de aangeefster de vrouw is van een arrestant die in cellenhuis Centrum was opgesloten. Zij geeft aan dat de vrouw buiten de vastgestelde dagen van afgifte van voeding en kleding naar de huisbewaarder ging, omdat zij spullen voor de arrestant wilde afgeven. Zij paste allerlei tactieken toe om haar zin te krijgen. De huisbewaarder stond dat in het begin toe, maar weigerde op een gegeven moment dat de vrouw de spullen afstond. De vrouw dreigde hem dat hij het wel zou merken. Leter zegt dat de vrouw uit rancune en boosheid toen aangifte deed tegen de politieman. De vrouw beweerde dat de huisbewaarder op 14 november seksuele handelingen met haar pleegde. Zij verklaarde dat zij na de gepleegde handelingen door de man gillend en rennend zijn kamer verliet. Volgens haar zouden andere politiemannen dit gezien hebben. De politiemannen van het bureau verklaarden dat zij nimmer de vrouw gillend zagen wegrennen. Leter zegt dat zij een dag na de inverzekeringstelling van de politieman een verzoekschrift op basis van artikel 54 a van het Wetboek van Strafvordering indiende bij de rechter-commissaris (rc) om hem vrij te krijgen. Zij geeft aan dat het duidelijk was dat het strafbare feit niet had plaatsgevonden, maar dat de vrouw aangifte deed om de wetsdienaar een lesje te leren, omdat hij weigerde om haar steeds een bezoek te laten brengen aan haar opgesloten partner. Zij merkte op dat dit gedrag van de vrouw reeds bekend was bij de politie in een ander ressort. De arrestant was daarom overgeplaatst naar Centrum. De vrouw continueerde haar handelingen in Centrum.
De rc wees het verzoek van de advocaat af, waarna zij hoger beroep tekende. Het hof besliste donderdagmiddag dat de man in vrijheid moest worden gesteld, maar het Parket stelde hem pas vrijdagmiddag in vrijheid. Leter zei bij het hof dat het OM met een bewijsprobleem zit, want er is niet eens een geneeskundige verklaring. Volgens haar zijn er geen andere verklaringen die de aangifte van de vrouw ondersteunen. Zij merkt op dat het OM geen bezwaar had tegen het verzoek van de advocaat. Leter kan zich niet voorstellen dat de politieman zonder ondersteunend bewijs tien dagen in het gevang moest doorbrengen. WJ