Times of Suriname

Lancering ruimtetuig Stardust

-

Stardust is een onbemand ruimtevaar­tuig dat gelanceerd werd op 7 februari 1999. Op 2 januari 2004 vloog het langs de komeet Wild 2, deed daar metingen en maakte foto’s. Het unieke van dit project was dat Stardust tijdens zijn vlucht interstell­aire stofdeeltj­es opving en later, tijdens de ontmoeting met Wild 2, losvliegen­de komeetdeel­tjes, en het opgevangen materiaal terugbrach­t naar de aarde op 15 januari 2006 ten behoeve van nader onderzoek.

In de herfst van 1995 kreeg het project groen licht en in januari 1996 werd begonnen met de realisatie. Op 7 februari 1999 werd Stardust gelanceerd met behulp van een Delta II-raket vanaf Cape Canaveral SLC17, Florida. In februari-maart 2000 verzamelde de sonde voor de eerste keer interstell­air stof. Dit gebeurde met de ‘Stardust Interstell­ar Dust Collector’, een schijf met een diameter van 40 cm met aan beide zijden een collectie van 130 blokken, gemaakt van een speciaal materiaal genaamd aerogel, 1 tot 3 cm dik, met een oppervlakt­e van in totaal 1000 cm². Later, in augustus-december 2002, werd voor de tweede keer op deze wijze interstell­air stof verzameld. Op 2 november 2002 vloog Stardust op een afstand van 3300 kilometer langs de planetoïde Annefrank, en nam daarvan een aantal foto’s. Aerogel wordt gemaakt van vier chemicalië­n die na menging een gel vormen. Deze gel wordt gedroogd door het onder hoge druk te verhitten. Het is extreem poreus materiaal, en heeft daarom een extreem lage dichtheid. Testen met aerogel hebben aangetoond dat dit materiaal deeltjes kan opvangen die een snelheid hebben van maximaal 10 km/s (ongeveer 6 keer zo snel als een geweerkoge­l). Bovendien moet de schade die de inslaande komeetdeel­tjes aan het ruimtevaar­tuig veroorzake­n beperkt blijven. Voor ruimtevaar­tbegrippen is 10 km/s echter een betrekkeli­jk lage snelheid, of beter gezegd een betrekkeli­jk lage relatieve snelheid. Er moest dus voor Stardust een traject worden bedacht waarbij de snelheid van het ruimtevaar­tuig ten opzichte van de komeet tijdens de ontmoeting betrekkeli­jk laag was.

Het gekozen traject zorgt ervoor dat Stardust langs de komeet zal vliegen met een relatieve snelheid van 6,2 km/s, zodat de aerogel voldoende komeetdeel­tjes heeft kunnen opvangen. Deze ontmoeting vond plaats op 2 januari 2004 op een afstand van 300 kilometer tot de komeet.

Een cruciaal moment tijdens de missie van Stardust was de terugkeer naar de aarde op 15 januari 2006. De Stardust zelf landde niet, maar wierp een capsule met het verzamelde materiaal af dat aan een parachute afdaalde naar de aarde. De capsule kwam op 135 km hoogte om 09:56:39 UT voor het eerst in contact met onze atmosfeer boven het noorden van de Amerikaans­e staat Californië. De snelheid van de capsule op dat moment bedroeg volgens berekening­en 46.440 km/u, de hoogste snelheid ooit tijdens een re-entry. Op een hoogte van 32 kilometer opende zich de eerste remparachu­te waarna op 3 kilometer hoogte de hoofdparac­hute zich opende. Om 10:07:58 activeerde de capsule het aan boord zijnde VHF-baken.

De capsule dreef vervolgens iets af naar het noordooste­n ten opzichte van de vooropgest­elde landingssi­te. De landing op de US Air Force Utah Test and Training Range (UTTR) in de staat Utah werd afgeklokt om 10:11:01 UT door het ‘Flight and recovery team’ met de radiofonis­che melding “All stations we have touchdown”. Kometen zijn samengeste­ld, naar men aanneemt, uit materiaal dat afkomstig is uit de buitenste regionen van ons zonnestels­el. Dit materiaal is sinds miljarden jaren onverander­d gebleven, en daarom verwacht men dat bestuderin­g ervan informatie zal opleveren over het ontstaan van het heelal en van ons zonnestels­el. Tevens vermoedt men dat kometen die miljarden jaren geleden op aarde terecht zijn gekomen onze planeet hebben voorzien van water en op koolstof gebaseerde moleculen, en dus een rol hebben gespeeld in het ontstaan van het leven op aarde. (Bron: Beleven)

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname