Uit de rechtszaal Twee getuigen gehoord in dodelijke schietpartij
PARAMARIBO - Twee getuigen zijn vrijdag gehoord tegen militair RB, die verdacht wordt van het doden van een ander in het Stuwmeer-gebied op 9 november.
Een van hen vertelde dat hij de verdachte al vier tot vijf jaar als een rustige persoon kent. RB deed beveiligingswerk op een skalian. De getuige kent het slachtoffer, manager op de skalian, als iemand die heel streng is. RB en ene Julio werden afgezet op een plaats om te werken. De getuige wilde beide mannen op een gegeven moment ophalen, maar in eerste instantie mocht dat niet van de manager. Daarna wilde hij stilletjes gaan, maar de manager stemde toen toe dat hij kon gaan om de mannen op te halen. Terwijl hij naar hen toeging, zag hij RB en Julio in een bootje aankomen. Hij zag dat RB boos was en uitschold. RB haalde een vuistvuurwapen tevoorschijn, omdat hij langer moest wachten om opgehaald te worden. Toen de getuige de verdachte voorhield dat hij niet eerder kon komen omdat de manager dat niet wilde, bood de man zijn verontschuldigingen aan. RB omhelsde de getuige. Toen zij aankwamen op de skalian, was er een woordenwisseling tussen RB en de manager. Volgens de getuige stond het slachtoffer naast hem. Hij zag dat RB zijn vuistvuurwapen tevoorschijn haalde. De getuige zag ook dat Julio probeerde om RB tegen te houden en het wapen vasthield. RB richtte het wapen en schoot toch op het slachtoffer. Het slachtoffer werd geraakt aan het voorhoofd. RB vroeg de getuige om indien gevraagd zou worden naar het slachtoffer aan te geven dat de man was gaan jagen en niet meer was teruggekeerd. Hij bracht op een gegeven moment het lijk met een boot weg. Hij kwam daarna terug zonder het lijk. De verdachte, die juridische bijstand krijgt van raadsman Edward Redjopawiro, verklaarde dat het slachtoffer tegen hem zei dat hij een kleine jongen is en moest weggaan. De getuigen hebben dit echter niet gehoord. Julio getuigde dat hij de verdachte nog probeerde tegen te houden, maar hij hoorde toch dat er een schot afging. Op 8 maart wordt de behandeling van deze zaak voortgezet. WJ