Contactplan parlementen Suriname en Antillen krijgt sterke economische basis
PARAMARIBO - Het nieuwe contactplan tussen de parlementen van Suriname en de Antilliaanse eilanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten zal gebaseerd zijn op een sterke handelsrelatie. Om de werkovereenkomsten te bespreken en eventueel deels te beklinken, vertoeft momenteel een delegatie van deze Antilliaanse parlementen in Suriname. Die zal tot en met vrijdag discussiëren met leden van De Nationale Assemblee (DNA) over de inhoud van de samenwerking. Het eerste overlegmoment vond maandag plaats.
Het nieuwe contactplan zal betrekking hebben op de samenwerking op het gebied van toerisme, handel, de agrarische sector en de luchtvaart. Daarnaast komt ook de technische samenwerking op parlementair gebied aan de orde.
De staatkundige status van de drie eilanden binnen het Nederlands koninkrijk is de laatste jaren veranderd. Dit brengt met zich mee dat ook de werkovereenkomsten met bevriende landen aangepast dienen te worden. De Antilliaanse delegatie is vooral geïnteresseerd in het zakendoen met Suriname. Er is volgens de bezoekende parlementariërs nog veel braakliggend terrein dat, dankzij de historische overeenkomsten, optimaal benut moet worden. “We hebben een historische band met elkaar en hebben vroeger ook in hetzelfde koninkrijk gezeten. Ik denk dat we samen sterk staan. We moeten op verschillende gebieden kunnen samenwerken bijvoorbeeld in de landbouw, veeteelt, visserij, ecotoerisme enzovoort”, zegt Juan Thijssen. Hij is voorzitter van de Staten van Aruba.
William Millerson, voorzitter van de Staten van Curaçao, heeft zelfs een Surinaamse vader. Dit is naar zijn zeggen ook het geval met een groot deel van de Curaçaoënaars. “Dus er zijn veel dingen die wij samen kunnen doen”, benadrukt hij.
De gesprekken over vernieuwing van het contactplan komen, nadat die door de jaren heen zijn gaan verwateren. DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons bracht op terugweg uit Panama, een bezoek aan Aruba en Curaçao op verzoek van die landen. De parlementen wilden met haar praten over het oppakken van het werk. “Tijdens die gesprekken zijn we al vlug tot de conclusie gekomen dat we dat inderdaad moeten doen. Niet alleen op parlementair gebied, maar ook wanneer we kijken naar de landbouw. We kunnen kijken naar handel en andere zaken. De landen zijn toeristische landen. Suriname heeft een heleboel landbouwgrond. Als je even nadenkt, zou je kunnen zien hoe we elkaar zouden kunnen ondersteunen en elkaars ontwikkeling zouden kunnen ondersteunen”, zegt Geerlings-Simons.
Sarah Wescot-Wiliams, voorzitter van de Staten van Sint Maarten, is enthousiast over het voornemen van de vier landen om na lange tijd weer eens bij elkaar te komen en te praten over de samenwerking. “Hiermee wordt dan de eerste stap genomen om, hopelijk, in de toekomst voort te zetten dat we bij mekaar kunnen komen en praten over de dingen die ons allen raken”, stelt de voorzitter van Sint Maarten die ook in Suriname vertoeft voor het samenstellen van het nieuw contactplan.