Times of Suriname

Zwaantje Speelgraag

-

Zwaantje Speelgraag is verdrietig. Zwaantje Speelgraag is helemaal niet blij. Ze zit stil aan de oever en gooit steentjes in het water. Ze verveelt zich. Ze heeft helemaal geen vriendje om mee te spelen. Ze heeft geen broertjes of zusjes en haar papa en mama zwemmen alleen maar wat rond in het water. Zwaantje Speelgraag wil dollen, springen, gek doen en koppeltje duiken in het water. Maar alleen is dat niet zo leuk. Daarom is Zwaantje Speelgraag verdrietig. Een grote traan biggelt over haar wang.

“Piep, piep”, hoort ze plotseling achter haar. Zwaantje Speelgraag kijkt om, maar ze ziet niets. Piep, piep hoort ze weer en ze kijkt nog eens goed. Wat ritselt daar in het gras? Het is een klein egeltje. “Piep, piep”, zegt het egeltje weer. En dat betekent: “Hallo zwaan, ik wil graag met je spelen. “Ga weg egeltje!” roept Zwaantje Speelgraag, ik wil een vriendje en geen egeltje om mee te spelen. Het egeltje zegt nog eenmaal verdrietig piep en kruipt weer weg in het hoge gras.

Zwaantje Speelgraag is weer alleen, ze heeft geen vriendje om mee te spelen. Roekoe, roekoe hoort ze ineens boven haar. Ze kijkt omhoog en ziet een duif in de boom zitten. Roekoe, roekoe zegt de duif. En dat betekent: hallo zwaan, ik wil graag met je spelen. Ga weg duif, zegt Zwaantje Speelgraag boos, ik wil een vriendje en geen duif om mee te spelen. De duif zegt nog eenmaal roekoe en vliegt verdrietig weg.

Zwaantje Speelgraag is weer alleen. Er rolt weer een traan over haar wang. Woef, woef hoort ze opeens. Verschrikt kijkt ze om. Een grote hond komt op haar af. Woef, woef zegt de hond weer. En dat betekent: hallo zwaan, ik wil graag met je spelen. De hond steekt zijn snuit vooruit om Zwaantje Speelgraag een snuffel te geven, maar Zwaantje Speelgraag roept, ga weg hond, ik wil een vriendje en geen hond om mee te spelen. De hond zegt nog eenmaal woef en druipt met zijn staart tussen zijn benen af.

En weer is Zwaantje Speelgraag alleen, helemaal alleen. Ze gooit steeds meer steentjes in het water van verveling. Waarom heeft ze geen vriendje om mee te spelen? Daar komt haar mama aanzwemmen. Ze ziet dat Zwaantje Speelgraag erg verdrietig is. Wat is er lief klein Zwaantje Speelgraag? vraagt mama bezorgd. Ik heb helemaal geen vriendje om mee te spelen, snikt Zwaantje Speelgraag verdrietig. Er waren hier alleen een egel, een duif en een hond die wilden spelen met mij. Maar wat moet ik nou met een egel, een duif en een hond? Ik wil een vriendje om mee te spelen. Maar lieverd, zegt mama opgewekt. Er zijn drie vriendjes bij je geweest die alle drie met je wilden spelen, maar jij hebt ze weggestuur­d. Waarom? Zwaantje Speelgraag denkt na en trekt haar schouders op. Ik weet het niet mama. Ik wilde alleen maar spelen met een andere zwaan. Iemand die net zo mooi en zo sterk is en net zo goed kan zwemmen als ik. Mallerd, daar gaat het toch helemaal niet om, zegt mama. Waar het om gaat is dat je een lief vriendje hebt waar je mee kunt spelen. Het gaat er niet om of iemand mooi of lelijk is, of iemand sterk of zwak is of dat iemand wel of niet goed kan zwemmen. Het gaat erom dat je elkaar leuk en lief vindt. De egel, de duif en de hond zijn anders dan jij, maar van binnen zijn ze net zo mooi en zo sterk als jij. Ja mama, zucht Zwaantje Speelgraag, je hebt gelijk. Ik heb de egel, de duif en de hond weggestuur­d omdat ik vond dat ik sterker, mooier en beter was dan zij. Dat is niet goed hè? Ik weet zeker dat je het een volgende keer anders zult doen lieverd, zegt mama en ze geeft Zwaantje Speelgraag een dikke kus op haar snavel. En Zwaantje Speelgraag slaat haar vleugel om mama heen en geeft haar een dikke kus terug.

(Kinderverh­alen)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname