Kabinet: jihadist hier niet welkom
DEN HAAG - De Tweede Kamer voelt er niets voor om IS-terroristen in Nederland op te vangen. Het kabinet geeft aan dat de Twitteroproep die president Trump deed aan Europese landen om gevangen strijders van de Amerikanen over te nemen, geen reden is om de koers te wijzigen.
“IS-strijders moeten daar berecht worden waar ze hun afschuwelijke misdaden hebben begaan: in Syrië en Irak”, zegt VVD-Kamerlid Koopmans. “Jihadisten zijn in Nederland niet welkom.” De liberaal wijst erop dat van zo veel mogelijk strijders met een Nederlandse nationaliteit hun paspoort wordt afgepakt, zodat ze nooit meer terug kunnen komen. CDA-Kamerlid Van Toorenburg spreekt van ‘een bijzonder staaltje tweet-politiek’. “Laat de EU snel met de VS om de tafel gaan om te bewerkstelligen dat deze strijders gezamenlijk voor genocide worden vervolgd.” Ook PVV-voorman Wilders heeft geen trek in Nederlandse opvang van IS’ers. “In geen honderdduizend jaar moeten we terroristen opnemen. We hebben al genoeg problemen met de islam in Nederland.” Volgens de PVV-leider laat het kabinet al Syriëgangers terugkomen naar ons land. “Erg dom en levensgevaarlijk”, weet Wilders. “Dus niet nog meer, maar juist minder!”
Trump dreigde Europese landen om 800 gevangenen van hem over te nemen, anders zou hij ze vrijlaten. Bij D66 is die dreigende toon in het verkeerde keelgat geschoten. “Nederland was als een van de weinige NAVO-landen bereid om F-16’s in te zetten in de strijd tegen IS. Dreigementen als die van Trump passen niet in zo’n bondgenootschappelijke samenwerking”, zegt Kamerlid Sjoerdsma. Wel noemt hij het ’van groot belang’ dat het kabinet voorkomt dat strijders worden vrijgelaten en in Nederland kunnen opduiken ‘zonder dat we het in de gaten hebben’. Het ministerie van Justitie en Veiligheid wijst op een Kamerbrief uit januari, waarin staat dat ons land internationale aanpak van terugkeerders bevordert. Als andere landen besluiten om deze mensen terug te laten keren, betekent dat niet automatisch dat Nederland dat ook besluit. “Dat staat nog”, aldus een zegsman van het ministerie. (De Telegraaf)