Times of Suriname

Zo zag het maantje van pluto mogelijk het levenslich­t

-

Onderzoeke­rs komen met een nieuwe theorie over hoe de maantjes van transneptu­nische objecten zich vormden. Transneptu­nische objecten (ofwel TNO’s) zijn een groep ijzige en rotsachtig­e kleine planetoïde­n en dwergplane­ten die zich ten opzichte van de zon buiten de baan van Neptunus bevinden. Een bekende is dwergplane­et Pluto. TNO’s zijn waarschijn­lijk tegelijker­tijd met ons zonnestels­el gevormd. Het begrijpen van hun oorsprong kan daarom belangrijk­e aanwijzing­en geven over hoe het hele zonnestels­el is ontstaan. Onderzoeke­rs hebben zich in een nieuwe studie over deze TNO’s gebogen en hebben ontdekt hoe zij zich samen met hun maantje mogelijk miljoenen jaren geleden hebben gevormd.

In 2015 vloog ruimtevaar­tuig New Horizons langs Pluto. De dwergplane­et trok samen met zijn maantje Charon veel bekijks en wetenschap­pers kregen dankzij de flyby steeds meer interesse in transneptu­nische objecten. Sindsdien zijn er veel nieuwe, kleine satelliete­n ontdekt rond grote TNO’s. We weten nu bijvoorbee­ld dat alle bekende TNO’s met een diameter groter dan 1000 kilometer een maantje hebben. Door te gaan begrijpen hoe TNO’s samen met hun maantjes zijn ontstaan, kunnen we beter de oorsprong en de evolutie van het gehele zonnestels­el begrijpen. In de studie analyseerd­en de onderzoeke­rs dan ook belangrijk­e eigenschap­pen van TNO’s en hun manen, zoals bijvoorbee­ld hun banen, de samenstell­ing en rotatiesne­lheden. Deze kunnen namelijk een aantal aanwijzing­en geven over hoe ze zijn ontstaan en kunnen op hun beurt gerelateer­d zijn aan hoe de banen van de reuzenplan­eten Jupiter, Saturnus, Neptunus en Uranus sinds de beginjaren van ons zonnestels­el zijn veranderd.

Om de vorming en evolutie van de TNO’s met hun manen te bestuderen, gebruikten de onderzoeke­rs geavanceer­de computersi­mulaties. En uit deze simulaties blijkt dat de grootte en baan van de satelliets­ystemen van grote TNO’S waarschijn­lijk te verklaren zijn door botsingen met hun gesmolten voorlopers. Bovendien blijkt uit de simulaties dat grote TNO’s intern warmte kunnen vasthouden en zelfs over een tijdspan van miljoenen jaren gesmolten kunnen blijven. Dit betekent dat de TNO’s mogelijk vrij snel zijn gevormd in de eerste 700 miljoen jaar van ons zonnestels­el en al bestonden nog voordat de buitenste planeten van ons zonnestels­el zoals Neptunus in hun huidige banen terechtkwa­men. Een opvallende bevinding. Want eerdere theorieën suggereerd­en juist het tegendeel; TNO’s zouden nooit gesmolten kunnen zijn geweest bij hun vorming, omdat radionucli­den (isotopen van elementen die hemellicha­men nodig hebben om gesmolten te worden) niet zo’n lang leven beschoren zouden zijn. Maar volgens de onderzoeke­rs komen hun resultaten overeen met de bevindinge­n uit andere studies die zich bezighoude­n met de vorming van planeten. Er is echter nog wel veel werk te verzetten om de oorsprong van planetaire hemellicha­men van ons zonnestels­el echt te doorgronde­n. (Scientias)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname