Mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor nieuwe apartheid in Israël
ISRAËL - In Afula, een stad in het noorden van Israël, mogen voortaan enkel de inwoners van de stad het openbaar park bezoeken. In de stadskern wonen voornamelijk joden, terwijl de niet-welkome gasten van omringende dorpen van Palestijnse komaf zijn. Lokale mensenrechtenorganisaties vergelijken de huidige situatie met de apartheid in Zuid-Afrika.
Door de inwoners van omringende dorpen de toegang te ontzeggen tot de publieke ruimte, sluit het stadsbestuur van Afula voornamelijk Palestijnen uit. Die vestigden zich in gemeenschappen rondom de stad.
Zo werden onlangs een advocate en haar baby weggestuurd omdat ze van Nazareth, een nabijgelegen stad, afkomstig waren. En Palestijns, Nazareth is immers de grootste Arabische stad in het land Israël. Dat was volgens een toezichthouder voldoende om de vrouw de toegang tot het park te ontzeggen. “Ik vond het beschamend. Zeker omdat joden zomaar binnen en buiten mochten wandelen, zonder enige vorm van identificatie te tonen”, aldus Nareman Shehadeh-Zoabi. “Het is duidelijk dat de regel dient om Arabische burgers te weren.” Het grote stadspark van Afula telt een speeltuin, een kinderboerderij, enkele basketbalvelden en een atletiekbaan. Kortom, het vervult een belangrijke rol in de vrijetijdsbeleving van burgers in én rondom de stad. Al geldt dat vanaf heden niet meer voor de laatste groep. Het verbod werd uitgevaardigd door de burgemeester, Avi Elkabetz. Die streeft naar een volledig joodse stad. “Het joodse karakter moet gewaarborgd blijven”, zo stelt hij. Volgens hem is er overigens geen sprake van racisme, segregatie en apartheid. Nochtans waarschuwde hij de huiseigenaren in zijn stad ook al om hun eigendom niet te verkopen aan Palestijnen. Met het de toegangsontzegging gaat hij weer een stapje verder. Intussen nemen de spanningen toe en keren de joodse inwoners zich meer en meer tegen de Arabisch-Israëlische inwoners. Zo werd het huis van een Palestijnse inwoner vorig jaar nog belaagd met graffiti. “Dood aan Arabieren”, zo stond er geschreven. (HLN)