Nederlander geeft per ongeluk hoge dosis GHB aan meisje (7), kind overleeft het maar net
Het vriendinnetje van zijn dochter kwam op een zalige zomerdag gezellig spelen. Maar dat moest ze bijna met de dood bekopen. Een 45-jarige Nederlander gaf haar per ongeluk GHB te drinken. Marcel D. (45) komt nauwelijks uit zijn woorden als hij in het strafbankje van de rechter moet vertellen wat er vorig jaar gebeurde. Zijn dochter speelde met een vriendinnetje (7) en de meisjes wilden wat drinken. Hij schonk limonade in, en voor zichzelf een derde beker drinken. Daar goot hij het laatste restje ‘fatburner’ in dat nog in zijn koelkast stond. Een vetverbrandend goedje dat hij jaren eerder een keer had gekregen in zijn sportschool. Maar hij lette niet op toen hij de drankjes uitdeelde. En het vriendinnetje kreeg zo het zijne. Ze werd vrijwel meteen ziek. Misselijk, overgeven, gillen van de buikpijn. Hij legde haar even op bed, maar het was zo overduidelijk mis dat hij haar naar de EHBO bracht, bang voor een blindedarmof hersenvliesontsteking. In het ziekenhuis wisten ze het meisje van het randje van de dood terug te halen. Ze lijkt er goed van bekomen, al gaan zij en haar ouders wel nog altijd naar een psycholoog. Die ouders waren overigens eerst vol lof voor D. Hij had hun dochtertje immers gered. Maar die dank sloeg radicaal om toen het ziekenhuis GHB in het bloed en de urine van het meisje vond. Het NFI zag een concentratie waarvan de helft al dodelijk bleek. D. was inmiddels al een paar keer ‘uitgenodigd’ door de politie en de derde maal kwam hij met het verhaal van de sportschool. Daar had hij jaren eerder van iemand een proefflesje vetverbrander gekocht. Af en toe had hij daar wat van genomen en, zo gaf hij toe, dan werd hij wel eens duizelig van of hij kreeg hartkloppingen.Dat het GHB was, wist hij écht niet. De officier van justitie gelooft dat wel, en ook dat hij het meisje niet met opzet GHB gaf. Wel neemt ze hem kwalijk dat hij zo onvoorzichtig was. Hij had de drankjes in de gaten moeten houden, en anders bij twijfel moeten proeven of ruiken voordat hij ze uitdeelde. Hij wist dat het op zijn minst misselijkmakend was.
Juridisch verwijt de Nederlandse rechter hem ‘toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld’. Daar staat een jaar cel op, maar er was geen opzet, de verdachte heeft geen strafblad, nooit (bewust) drugs gebruikt en er is geen kans op herhaling. “Hij heeft zijn lesje wel geleerd”, klinkt het. Dus houdt ze het bij een fikse werkstraf van 180 uur, met drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.
(HLN)