Hoogleraren: ‘Haga Lyceum wordt te hard aangepakt’
UTRECHT - Hoogleraren geven in gesprek met Trouw aan dat het Cornelius Haga Lyceum “te hard” wordt aangepakt door minister Arie Slob (Onderwijs). Volgens hen geeft het donderdag verschenen rapport van de Inspectie van het Onderwijs onvoldoende aanleiding om de subsidie richting de islamitische school stop te zetten als het bestuur aanblijft.
Slob heeft geëist dat het bestuur opstapt, anders wordt de geldkraan dichtgedraaid. De onderwijsinstelling heeft al geweigerd om daaraan mee te werken. Hoogleraar onderwijsrecht Pieter Huisman van de Erasmus Universiteit zegt dat het niet zeker is of de actie standhoudt, wanneer deze wordt aangevochten bij de rechter. Volgens hem is het niet duidelijk of de sanctie in lijn is met de overtreding die is begaan.
Zijn vakgenoot Tom Zwart van de Universiteit Utrecht zegt dat Slob beter naar het acht maanden geleden gepubliceerde eerste rapport had moeten kijken. Daarin oordeelde de inspectie nog positief over het Haga Lyceum. Pas nadat de AIVD aan de bel trok vanwege “ernstige signalen”, werd opnieuw onderzoek ingesteld, met alle gevolgen van dien.
Volgens Zwart moet Slob de verschillen tussen beide rapporten uitleggen en eerst in gesprek gaan met het bestuur, waarna de school een kans krijgt om de situatie te verbeteren. Mocht dat niet gebeuren, dan zou hij volgens Zwart de “zwaarste maatregel” mogen inzetten. Er klinkt ook kritiek op het rapport van de onderwijsinspectie. Hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens vindt dat de inspectie regelgeving van de wet en eigen opvattingen niet helder heeft geformuleerd. “In de wet is geen bepaling die het gedrag van bestuurder Atasoy veroordeelt”, aldus Zoontjens.
Slob zegt in reactie tegen Trouw dat er “veel meer speelde bij de school” dan alleen het “gebrekkig burgerschapsonderwijs en de opstelling van het bestuur”. Volgens hem spelen belangenverstrengeling, zelfverrijking en een aantal andere zaken ook een rol en waren die factoren al voldoende om tegen de school op te treden.
(NU)