Er was geen intentie om zes trawlers als Surinaamse vaartuigen te registreren
Rechter constateert:
PARAMARIBO - Rechter Alidia Johanns heeft bij de behandeling van de zaak tussen Ross National Fishery NV en de Staat geconstateerd dat het bedrijf geen intentie had om de zes trawlers als Surinaamse vaartuigen te registreren. Dit blijkt uit het feit dat het bedrijf bij het binnenhalen van de trawlers geen verzoek had ingediend voor het registreren van de vaartuigen en daarvoor ook de nodige documenten die nodig zijn voor de aanvraag niet eens in orde had gemaakt. Op basis hiervan heeft de rechter beslist dat er dus geen reden bestaat voor de trawlers om dan nog in Surinaamse wateren te blijven, aangezien zonder registratie het bedrijf de kwestie van het verkrijgen van een visvergunning niet eens ter sprake kan brengen. Het bedrijf heeft in de rechtszaal het volgende verklaard: “Bepaalde documenten hebben wij niet overgelegd voor de registratie. Als wij de vaartuigen inklaren onder Surinaamse vlag, dan zijn wij nog niet zeker of wij de vergunning zouden krijgen. Wanneer wij de vergunning zouden krijgen, zouden wij de vaartuigen wel registreren. Ook vanwege het feit dat de inklaringskosten hoog zijn. Bij ons ging het meer om de aanvraag van de visvergunning en naderhand zouden wij de vaartuigen laten registreren. Wij wisten niet dat het vaartuig geregistreerd moest worden en wij hebben ook geen aanvraag daartoe gedaan. Dit alles is vrij nieuw voor ons.”
De kantonrechter heeft hieruit geconcludeerd dat de naamloze vennootschap (nv) zelf geen verzoek heeft ingediend voor het registreren van de vaartuigen, daar zij niet de nodige documenten daarvoor heeft ingediend en ook niet het voornemen had de vaartuigen als Surinaamse vaartuigen te doen registreren. Noch de documenten betreffende de uitschrijving uit het land van herkomst, noch de documenten met betrekking tot de aandelenverhouding zijn overgelegd, terwijl dat een vereiste is voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor registratie. De nv heeft daarnaast ook verklaard dat zij geen aanvraag heeft gedaan voor registratie, omdat zij zich richtte op de visserijvergunningen voor de mid sea trawler visserij. De rechter heeft hierop aangegeven dat zonder registratie de vraag voor een visvergunning voor deze trawlers dus niet relevant is.
Onder andere het Visserscollectief kijkt na de uitspraak van de rechter rijkhalzend uit naar het vertrek van de zeetrawlers uit Surinaamse wateren. “We weten dat ze nog in hoger beroep kunnen gaan, maar we hopen dat de zaak snel is afgehandeld en de trawlers snel vertrekken, want ze vormen een belemmering voor de vissers door al zoveel maanden voor onze kust voor anker te liggen”, zegt de secretaris van het Visserscollectief, Mark Lall.