Procespartijen opgeroepen voor november
PARAMARIBO - Anand Biharie, vertegenwoordiger van de Stichting Centre for Public Affairs Suriname, zegt aan de krant dat de rechtszaak over de rij- en voertuigenbelasting (RVB) in hoger beroep nog gaande is. Hij geeft aan dat er een zitting is bepaald voor 7 november.
De Staat had het recht te reageren op memorie van grieven van Biharie. Biharie geeft aan dat hij op 8 mei zijn memorie van grieven heeft ingediend bij het Hof van Justitie. De Staat heeft volgens hem echter geen antwoord ingediend. Volgens Biharie ligt het aan het hof om te bepalen hoe verder zal worden omgegaan met de zaak. Zijn verwachting is dat de rechters het woord zullen geven aan beide partijen om na te gaan wat de standpunten zijn. Er kan vervolgens bepaald worden wanneer er vonnis komt. Biharie benadrukt dat zolang de rechtszaak gaande is, de burger niet verplicht is de belasting te voldoen. Hij ziet het als een manipulatietactiek die het Ministerie van Financiën hanteert om de samenleving toch op te roepen dat zij de rij- en voertuigenbelasting betaalt. “Dit vind ik zeer onbehoorlijk. Overheidshandelingen moeten altijd rechtvaardig zijn. Het handelen van de overheid is gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.” Biharie zegt dat het hoogste rechtsfeit is de onacceptabele aantasting van het inkomen en het vermogen van burgers. Volgens hem wordt de burger opgezadeld met hogere lasten en er is een waardedaling van de Surinaamse Dollar welke prijsinflatie veroorzaakt. De kortgedingrechter had de vordering van de stichting reeds afgewezen om de rechtswerking van de Wet Rij- en Voertuigenbelasting te schorsen. Tegen deze beslissing is Biharie in hoger beroep gegaan. Die zaak is in behandeling.
WJ