4 september: Moeder Theresa heilig verklaard
Moeder Theresa, geboren als Agnes Gonxha Bojaxhiu (Skopje, 26 augustus 1910 - Calcutta, 5 september 1997), was een wereldbekende en controversiële katholieke zuster, stichteres van de Missionarissen van Naastenliefde en Nobelprijswinnares voor de vrede. Op 4 september 2016, negentien jaar na haar overlijden, werd Moeder Teresa door paus Franciscus heilig verklaard tijdens een speciale mis op het Sint-Pietersplein.
Moeder Theresa zette zich in onder de armsten der armen in India. De congregatie die ze in 1950 stichtte, telde in 1995 meer dan 3.500 leden met 300 tehuizen in 25 landen. Na haar dood werd in India een dag van nationale rouw afgekondigd. Ze kreeg een staatsbegrafenis, een eer die in India normaal alleen verleend wordt aan de hoogste politieke leiders. Agnes Gonxha Bojaxhiu werd geboren in het toenmalige Ottomaanse Rijk (nu NoordMacedonië) en groeide op in een prominent Albaneeskatholiek gezin. Op 17-jarige leeftijd trad ze in de orde van Onze lieve vrouw van Loreto in Rathfarnham, Ierland. Een jaar later vertrok ze naar Calcutta in India waar ze onderwijzeres werd aan een meisjesschool. Zij koos daar de naam Moeder Teresa in verwijzing naar Theresia van Lisieux. Getroffen door het lot van de talloze dakloze zieken en stervenden, zwervende kinderen, hongerigen en leprozen, besloot zij zich te wijden aan deze armsten der armen. Ze verliet met toestemming van Pius XII haar klooster en zette in Calcutta een wereldwijd bekend werk onder armen op, dat zij tot kort voor haar dood leidde. Ze stichtte de orde van de Missionarissen van Naastenliefde, een religieuze orde voor zusters in Calcutta. Een Nederlands tehuis van de Missionarissen van Naastenliefde, opgericht in 1977, bevindt zich te Rotterdam; een Belgisch tehuis werd in 1980 te Gent opgericht. In 1979 ontving zij voor haar werk de Nobelprijs voor de Vrede. De Congregatie van Missionarissen van Naastenliefde, ofwel Missionarissen van Naastenliefde is een katholieke congregatie die in 1950 opgericht werd door moeder Teresa. De congregatie telt meer dan 4.500 religieuzen en is actief in 133 landen. Leden van deze congregatie leggen naast de drie traditionele geloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid ook een vierde gelofte af: om “oprecht en belangeloos de armsten van de armen te dienen”. In 2009 werd de Duitse Mary Prema gekozen als generaal-overste van de orde, als opvolgster van de Indische Nirmala Joshi. Naast een vrouwelijke tak, is er ook een congregatie voor mannen.
Op 19 oktober 2003 werd Moeder Teresa zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Bij de zaligverklaring op het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad waren onder anderen de Franse premier Raffarin, de Franse presidentsvrouw Bernadette Chirac, koningin Fabiola van België en president Rugova van Kosovo aanwezig. Bij wijze van eerbetoon zijn heel wat zaken naar Moeder Teresa vernoemd, met name in de Albanese wereld, waaronder de luchthaven van Tirana en het Sheshi Nënë Tereza in Tirana, de Bulevardi Nënë Tereza in Pristina, de Rruga Nënë Tereza in Pejë (Kosovo) en de Rruga Nënë Tereza in het eveneens Kosovaarse Gjakovë. De kathedraal van het bisdom Sapë in het Noord-Albanese Vau i Dejës heet eveneens de Moeder Teresa kathedraal. Een McDonnell Douglas MD-11 toestel (registratie PH-KCI) van de KLM is vernoemd naar Moeder Teresa. De Moeder Teresa kerk in Hengelo is de enige Nederlandse kerk die naar haar vernoemd is.