Verkiezingen Israël veranderen niets voor Palestijnen en voor Israëli’s, voor Netanyahu zelf dreigt ondergang
Op 17 september zijn er opnieuw verkiezingen in Israël, omdat eerste minister Netanyahu na de verkiezingen van 9 april geen regeringsmeerderheid kon vormen binnen de vereiste maximumperiode. Voor Netanyahu dreigt het politieke einde. Voor de Palestijnen, in Israël en in de bezette gebieden, verandert er niets en het wordt waarschijnlijk nog erger. Een overzicht. Netanyahu behaalde in april 35 parlementszetels voor Likud (‘Eenheid’), evenveel als de Blauw-Wit partij (de kleuren van de Israëlische vlag) van voormalig opperbevelhebber van het leger Benny Gantz. Omdat Likud meer stemmen had behaald kreeg Netanyahu als eerste de kans om een regeringsmeerderheid te vormen.
Toen dat mislukte kreeg Benny Gantz die mogelijkheid, maar hij bleek nog veel minder andere partijen achter zich te krijgen en de president – op aanzet van Netanyahu – besloot nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
In de Israëlische pers worden de verschillen tussen de politieke partijen dik in de verf gezet. Zo wordt benadrukt dat de regeringsvorming zou zijn mislukt omdat Avigdor Lieberman, leider van de seculier-nationalistische partij Yisrael Beiteinu (‘Israël Ons Huis’), eiste dat ultraorthodoxe Israëli’s niet langer vrijstelling van militaire dienstplicht zouden krijgen, wat voor de extreem-religieuze partijen onaanvaardbaar is. In werkelijkheid was dit slechts een klein detail in de politieke crisis.
Waar het echt om gaat, is een machtsstrijd binnen Likud zelf en van de andere partijen tegen Likud, meer bepaald tegen Netanyahu. Voor hem staat er veel op het spel. In oktober dreigt hij voor een hoorzitting te worden gedaagd voor beschuldigingen van corruptie.
Die zitting kan hij alleen nog voorkomen met zijn ministeriële onschendbaarheid. Zijn mandaat als parlementslid is daarvoor niet voldoende, omdat die door het parlement met een gewone meerderheid kan worden ingetrokken. Hij heeft er met andere woorden persoonlijk alle belang bij om eerste minister te blijven.
Politieke instabiliteit is niet nieuw in Israël. Het is altijd Netanyahu’s sterkste punt geweest hoe hij de onenigheid van de andere partijen handig wist te gebruiken voor zijn eigen machtspositie, maar tegelijk is het ook zijn permanente kopzorg gebleven, waar al zijn aandacht naartoe ging.
Het partijpolitieke landschap in Israël is immers zeer versnipperd. Deels is dat het gevolg van het verkiezingssysteem dat zeer proportioneel is. De kiesdrempel ligt op 3,25 procent, relatief laag. Regeringsmeerderheden zijn er altijd gebaseerd op een coalitie van meerdere politieke partijen.
De tijd dat twee machtsblokken, de conservatieve Likud en de sociaal-democratische Arbeiderspartij (Labor), afwisselend of samen de regering vormden, is definitief voorbij. Labor haalde op 9 april in een kartel met de liberale partij Gesher nog amper 6 van de 120 parlementszetels in de Knesset (= Assemblee of Hoge Vergadering – Israël heeft geen Senaat). Laborregeringen hebben tot 1977 vorm gegeven aan de sociale welvaartsstaat, maar werken sindsdien mee aan de neoliberale afbraak van sociale rechten.
De rechtse Likud daarentegen is nog altijd een grote partij met 38 zetels. Hoewel van oorsprong seculier-zionistisch is de partij nu meer en meer naar rechts-religieus geëvolueerd. Hun voorzitter en huidige eerste minister Benjamin Netanyahu is zelf niet religieus. Hij is eerder een traditioneel machtspoliticus die in elke politieke context een hoge functie zou nastreven en bereiken.
(DeWereldMorgen)