Kabinet overweegt hulp in rampgebied Bahama’s
DEN HAAG - De Bahama’s hebben Nederland gevraagd noodhulp te verlenen na de verwoestingen door orkaan Dorian. Het kabinet kijkt welwillend naar het verzoek. Wat daarbij helpt: de Koninklijke Marine heeft momenteel al vier schepen in het gebied. De schepen zijn net aangekomen bij Sint Maarten voor de noodhulpoefening Carribean Coast. De oefening, die volgende week van start moet gaan, is helemaal gericht op het helpen van de bevolking van de beneden- en bovenwindse eilanden na een orkaan. Het lijkt erop dat deze oefening praktijk wordt. Er zijn zo’n 700 Nederlandse militairen bij de oefening betrokken.
Het kabinet overweegt om in elk geval de Zr.Ms. Johan de Witt gereed te maken voor het afleveren van hulpgoederen. Dit amfibisch transportschip, het een na grootste schip van de marine, is een varende haven, met helikopters en landingsvaartuigen aan boord, waarmee het geknipt is voor noodhulp.
Mogelijk gaat ook ondersteuningsvaartuig Zr.Ms. Pelikaan een rol spelen bij noodhulp aan de Bahama’s. Behalve deze schepen zijn ook patrouilleschip Zr.Ms. Groningen en hydrografisch vaartuig Snellius in het gebied.
De noodhulpoperatie, als ze doorgaat, zal worden betaald vanuit het noodhulpbudget van minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Orkaan Dorian heeft op de Bahama’s voor een enorme verwoesting gezorgd. Het dodental is inmiddels gestegen naar twintig. Zeker 70.000 bewoners van de eilandengroep hebben direct hulp nodig, waaronder schoon drinkwater, eten, medicijnen en onderdak. Op de Bahama’s wonen 400.000 mensen.
(De Telegraaf)