Waarom de software in smartphones niet (veel) langer dan drie jaar meegaat
Drie jaar houdt een gemiddelde gebruiker het vol met dezelfde smartphone, zo blijkt steevast uit consumentenonderzoek. Dat komt deels omdat de fabrikanten dat soort gebruikstermijnen hebben geforceerd, en we hen daar massaal in zijn gevolgd. Maar, ook de software gaat gewoon niet (veel) langer mee dan dat.
Consumentenstudies waarbij wordt onderzocht hoelang gebruikers het doen met één toestel, komen bijna allemaal op hetzelfde cijfer uit: drie jaar. Dat was onlangs nog tegelijkertijd de conclusie uit een Amerikaans onderzoek en eentje dat wat dichter bij huis werd gevoerd: één van de Franse elektrowinkelgroep Fnac Darty, die in België onder meer Fnac, Vanden Borre en BCC uitbaat. Daaruit kwam niet alleen terug dat de gemiddelde gebruiker het drie jaar uitzingt met zijn toestel, maar ook waarom.
Veertig procent haalde aan dat ze een nieuwe smartphone kochten omdat hun oude versleten of stuk was. We gebruiken onze smartphones nu eenmaal erg vaak, en dat brengt ook slijtage en risico op schade met zich mee. De overgrote meerderheid, zestig procent, gaf ‘andere redenen’ aan voor het vervangen van zijn smartphone.
Wat kunnen we begrijpen onder die ‘andere redenen’? Vooral het feit dat we een nieuw toestel willen. Er is een standaardritme waarbinnen de grote merken hun nieuwe ‘vlaggenschepen’ (hun belangrijkste, meest vernieuwende toestellen) lanceren: er is een moment in het begin van het jaar waarop er tal van nieuwe apparaten op de markt komen (meestal rond het Mobile World Congress in Barcelona, ergens op de wip tussen februari en maart), en een tweede in het vroege najaar (wanneer Apple en Huawei traditiegetrouw met nieuwe apparaten komen).
Die zogenaamde ‘flagships’ bevatten al het beste wat de fabrikanten in huis hebben: het mooiste scherm, de beste camera’s, de snelste processor, enzovoort. Dat merk je natuurlijk ook aan de prijzen van die dingen. Na verloop van tijd sijpelen die innovaties verder door naar goedkopere versies van de smartphones in kwestie, zodat ook de consumenten die geen 700 tot 1.000 euro over hebben voor een smartphone een technologisch opstapje kunnen maken. Maar de conclusie is wel duidelijk: of je nu dure of eerder smartphones in de middenklasse koopt, de merken houden je sowieso constant een wortel voor.
Dat is natuurlijk een effect dat puur psychologisch speelt, en waarvoor de ene consument al wat ontvankelijker is dan de andere. Maar de smartphones die je koopt, hebben ook een ‘houdbaarheid’ die volledig afhankelijk is van de software die erop staat.
Slechtste leerling van de klas wat dat betreft is besturingssysteem Android, waarop trouwens smartphones van de meeste fabrikanten draaien: Google, de maker van het besturingssysteem, garandeert slechts tot 24 maanden software-updates voor dat systeem. Wil dat zeggen dat je je pas gekochte Androidsmartphone na twee jaar in de vuilbak moet kieperen? Natuurlijk niet. De hardware in de meeste toestellen laat toe om nog één versie hoger te installeren, waarna de klok van die twee jaar pas ingaat.
Wanneer je dus een Samsung Galaxy A50 hebt gekocht (momenteel de populairste), zul je die binnenkort kunnen upgraden van het huidige Android 9 naar het nieuwe besturingssysteem Android 10, en houdt die het daarna minstens twee jaar vol. Een toestel dat je dus in maart dit jaar hebt gekocht, blijft ‘veilig’ (waarover zo dadelijk meer) tot najaar 2021. Idem voor de Google Pixel 3a die in mei uitkwam en ook binnenkort Android 10 erop krijgt.
Bij Apple liggen de zaken een beetje anders. Bij een nieuwe iPhone krijg je de garantie dat die maximum vijf jaar zal blijven meegaan wat de software betreft. Een iPhone XR die je pas hebt gekocht, zal dus tegen 2024 ten laatste moeten worden vervangen. Al zeggen tal van consumentenonderzoeken dat de gemiddelde iPhonegebruiker het eveneens maar vier jaar volhoudt met een nieuw toestel: ook hier speelt natuurlijk de psychologische impuls van geregeld het nieuwste te willen hebben, of verslijt men het toestel door veelvuldig gebruik.
Waarom het zo belangrijk is om die software up-to-date te kunnen houden? Het toestel valt natuurlijk niet meteen stil wanneer het besturingssysteem voorbij zijn ‘houdbaarheidsdatum’ is. Maar vanaf dat punt zullen er apps zijn wier nieuwste versie er niet meer mee samenwerkt, waardoor het toestel gaandeweg minder bruikbaar wordt. Bovendien is het niet zo veilig om met een toestel rond te lopen dat geen software-updates meer krijgt: die laatste plamuren ook eventuele beveiligingslekken dicht, waardoor een toestel zonder ondersteuning veel makkelijker kan worden gehackt.
(HLN)