Oppositionele partijen bundelen om samen te strijden
PARAMARIBO - De oppositionele partijen Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), Nationale Partij Suriname (NPS), Algemene Bevrijding- en Ontwikkelingspartij (ABOP), Pertjajah Luhur (PL) en de partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE) hebben gisteren besloten om samen te strijden tegen de wijziging van de Wet op de Staatsschuld.
VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi zegt aan de krant dat de strijd zowel in het parlement als buiten gevoerd zal worden. Buiten het parlement zal worden samengewerkt met alle politieke partijen en organisaties. Santokhi zegt dat de regering de numerieke meerderheid heeft om een wet door te drukken. De oppositiepartijen zullen aantonen dat zij de meerderheid in de samenleving hebben. Zij zullen de samenleving bewust maken. Hij wijst op het leningengedrag van de regering waarvan elke burger slachtoffer wordt. Er is een toename van de schulden waarbij het volk armer wordt. Het nationaal belang komt in gevaar en er worden heel wat strategische rijkdommen en inkomsten van het land in onderpand gegeven. Santokhi vindt dat de regering gestopt moet worden om meer leningen aan te gaan. Met internationale instellingen zal worden gesproken geen leningen aan de regering te geven. Deze internationale organisaties hebben een morele verantwoordelijkheid om het volk te beschermen. “We gaan mobiliseren en strijd voeren in het parlement en daar buiten.” Afhankelijk van wat in het parlement gebeurt bij de wijziging van de Wet op de Staatsschuld, zullen de oppositiepartijen bepalen welke verdere stappen zij gaan ondernemen. Er zal waar mogelijk van juridische instrumenten gebruik worden gemaakt.
Gisteren is in een huishoudelijke vergadering voor het initiatiefvoorstel van wijziging van de Wet op Staatsschuld een commissie van rapporteurs benoemd. De oppositiepartijen gaan de vergaderingen bijwonen. Zij vinden dat personen niet straffeloos kunnen blijven voor het plegen van strafbare gedragingen. “Het kan nooit de bedoeling zijn om wetten te maken om normloosheid te bevorderen.”
WJ