VHP vraagt internationaal aandacht voor overschrijding leenplafond
PARAMARIBO - De Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) heeft een aantal internationale instituten en buitenlandse regeringen geïnformeerd over de onwettelijke overschrijding van het leenplafond door de Surinaamse regering. Ook heeft de VHP hen geïnformeerd over de strafrechtelijke klacht tegen de minister van Financiën. De brief is gestuurd naar onder andere het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Organisatie van Amerikaanse Staten, Inter American Institute for Cooperation on Agriculture, United Nations Development Fund, Pan Amerikaanse Gezondheidsorganisatie, Wereld Gezondheidsorganisatie, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelings Bank, de Food and Agricultural Organization, de Caribbean Agricultural Health and Food Safety Agency, World Wildlife Fund, Oppenheimer en diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika en Brazilië.
In een persbericht zegt de politieke partij dat zij dit heeft gedaan om drie belangrijke redenen. Ten eerste is het belangrijk dat organisaties zoals het IMF niet eenzijdig worden geïnformeerd door de regering, maar ook kennis nemen van de opvattingen van de oppositie. Ten tweede moeten buitenlandse financiers zich realiseren dat zij leningen verschaffen aan een regering die daarmee de wet overtreedt. Deze financiers maken zich juridisch kwetsbaar, omdat een toekomstige regering deze nieuwe leningen niet hoeft te erkennen, aangezien die zijn aangegaan terwijl dat wettelijk niet was toegestaan. Ten derde is de VHP van mening dat het financieel en moreel onverantwoord is dat internationale organisaties in de resterende zeven maanden naar de verkiezingen toe grote bedragen lenen aan een regering, die een verspillend en verkwistend beleid voert, waardoor het volk armer wordt gemaakt. Het is voor de VHP ook duidelijk dat de leningen gebruikt zullen worden als verkiezingsstunts zoals het kunstmatig verlagen van wisselkoersen.
De VHP heeft op 16 oktober aangifte gedaan bij de procureur-generaal wegens schending van de Wet op de Staatsschuld door de minister van Financiën. Daarbij heeft de VHP de procureurgeneraal verzocht om, conform artikel 140 van de Grondwet, te vorderen bij De Nationale Assemblee dat minister Hoefdraad in staat van beschuldiging wordt gesteld.
De oppositiepartij nam deze stap om een halt toe te roepen aan het continue onverantwoord leengedrag van deze regering.
De VHP verzet zich ook met kracht tegen een door de Nationale Democratische Partij ingediende wetswijziging, die het leenplafond afschaft en de regering toestaat om ongelimiteerd te lenen, waardoor de staatsschuld zal exploderen. De wetswijziging schrapt ook het strafbaar stellen van de minister met terugwerkende kracht af.