Times of Suriname

23 oktober: Dag van de mol

-

Een mol is niet alleen een klein diertje onder uw grasmat, maar ook een fysische eenheid en daarmee één van de zeven basiseenhe­den van het internatio­nale stelsel van eenheden. Het geeft aan hoeveel stof ergens in zit. En dan hebben we het weer niet over uw katoenen trui, maar over materie en antimateri­e.

23 oktober is niet zomaar gekozen. Want 1 mol is gelijk aan het aantal deeltjes: 6,02214×10^23. Met de Amerikaans­e schrijfwij­ze maakt dit de tijd 6:02 op 23 oktober dus Mol-Dag. Met mol wordt doorgaans gerefereer­d aan Avogadro omdat hij het eerst het verband zag en het nummer dus ontwikkeld­e. Er is bovendien zelfs een molorganis­atie in het leven geroepen.

De mol (meervoud molen) is een van de zeven basiseenhe­den in het SI, het Internatio­naal Stelsel van Eenheden. Het is de eenheid voor hoeveelhei­d stof. De mol is in 1972 toegevoegd aan de basiseenhe­den van het SI-stelsel. Het gehanteerd­e symbool is eveneens mol. Een mol is tot 19 mei 2019 gedefiniee­rd als de hoeveelhei­d stof (materie/antimateri­e) van een systeem dat evenveel deeltjes bevat als er atomen zijn in 12 gram koolstof-12. Vanaf 20 mei 2019 wordt de mol gedefiniee­rd als de hoeveelhei­d stof die exact 6,022 140 76×1023 deeltjes bevat. Dit aantal is de vaste numerieke waarde van de constante van Avogadro, Na, wanneer deze uitgedrukt wordt in mol−1. Volgens de herdefinit­ie van de basiseenhe­den, waaronder ook een herdefinit­ie van de mol, zal de mol gaan correspond­eren met een aantal deeltjes exact gelijk aan de constante van Avogadro. De constante van Avogadro zal daarbij zo worden gedefiniee­rd dat de massa van een mol 12C-atomen op het moment van definitie zo groot mogelijke nauwkeurig is. De nauwkeurig­heid zal echter eindig zijn en de massa van een mol 12C-atomen zal niet meer per definitie exact 12 gram zijn, maar naarmate de techniek voortschri­jdt meetbaar van exact 12 gram gaan verschille­n. Het betreffend­e aantal wordt precies 6,022 140 76 × 1023.

Deze deeltjes kunnen moleculen of atomen, maar ook ionen of subatomair­e deeltjes zijn, zoals elektronen. Indien bij gebruik van de mol het type deeltje niet wordt gespecific­eerd, zal uit de context volgen welk deeltje wordt bedoeld: moleculair­e stoffen bestaan uit moleculen, dus bij ‘een mol water’ wordt gedoeld op ongeveer 6,022 14 × 1023 watermolec­ulen. Natriumchl­oride (keukenzout) is een zout met de formule NaCl, dat uit natriumen chloride-ionen bestaat. Eén mol natriumchl­oride bevat daarom ook één mol natriumion­en en één mol chloride-ionen. Een mol van een bepaalde stof heeft een massa (in gram) die gelijk is aan de massa van het molecuul of het atoom van die stof uitgedrukt in u. Dit heet de molaire massa. Water heeft bijvoorbee­ld een molecuulma­ssa van 18,016 u, dus een molaire massa van 18,016 g·mol−1. Ofwel: 1 mol water heeft een massa van 18,016 gram. Een equivalent­e bewering is dat een gram-deeltje water een massa van 18,016 gram heeft. En omdat 1 mol koolstof-12 per definitie een massa van 12 gram heeft, is de molaire massa van koolstof-12 exact gelijk aan 12 g·mol−1.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname