Advocaten vragen vrijspraak voor Vaseur
PARAMARIBO - Advocaten Irvin Kanhai en Murwin Dubois vroegen gisteren om Kenneth Vaseur, ex-directeur van de NV Energie Bedrijven Suriname, vrij te spreken van de beschuldiging dat hij zich USD 8.881.250 en 100 duizend euro van het bedrijf heeft toegeëigend.
Zij zeggen dat uit het dossier en het requisitoir op geen enkele wijze is gebleken, noch is bewezen dat Vaseur zonder inachtneming van de procedureregels enige betaling heeft doen verrichten. Volgens hen rijst de vraag of er sprake is van een strafbare handeling of wanprestatie. De leverancier ‘Greenland Development’ heeft zich niet gehouden aan afspraken na de eerste betaling. De leverancier beriep zich op meerwerk en eiste de betaling op. Indien er geen betaling zou plaatsvinden, zouden het materiaal en de aggregaten niet geleverd worden. Hierover ontstond er een dispuut. Om toch tot een oplossing te komen, werd de tweede betaling verricht, maar de levering vond toch niet plaats, zoals was afgesproken. “Het heeft niet te maken met een strafbaar feit.”
In hun pleidooi maakten de advocaten onder meer gebruik van een verklaring van Iwan Krolis, ‘dat de EBS niet moet worden gezien als een normale naamloze vernnootschap (nv)’. Volgens de getuige functioneerde de EBS als een instrument van de overheid om essentiële diensten te verrichten, zoals levering van elektriciteit aan de gemeenschap. “De aandeelhouder van de EBS heeft in dat kader een veel directere relatie met het management van het bedrijf. Normaliter zou de communicatie moeten gaan via de raad van commissarissen (rvc) in een normale nv.”
De advocaten zeggen dat in de periode dat de kwestie van de leveringscontracten speelde, de rvc gemiddeld een keer per maand contact had met de directie. In die vergaderingen werd vooral gesproken over veiligstelling van de energievoorziening. De raadslieden geven aan dat er in die tijd veel black-outs waren. Zij namen mee dat een andere getuige aangeeft dat bij de aankoop van de ‘black start’ min of meer wel de gebruikelijke procedure is gevolgd.
Kanhai geeft aan dat de periode in de tenlastelegging 2012 tot en met 2015 niet voor zijn cliënt geldt, omdat Vaseur in 2013 reeds ontslag had genomen bij de EBS. Hij zegt dat de vervolgingsambtenaar onder meer tezamen en in vereniging destilleert uit bijvoorbeeld het niet vragen naar twee offertes en het doen van betalingen. Toen opnieuw betalingen werden verricht voor meerwerk, was Vaseur niet meer in dienst van de EBS. Het verbaast
Kanhai dat de vervolgingsambtenaar twaalf maanden voorwaardelijke celstraf heeft geëist en een boete van SRD 30 duizend, zonder aan te geven op grond van welke wettelijke regeling die boete wordt gevorderd.
Dubois zegt dat Vaseur slechts de opdracht tot het doen betalen van het eerste deelbedrag heeft verstrekt. Die betaling is via de bank verwerkt en er is nergens uit gebleken dat de man op enig moment feitelijk in het bezit was, dan wel in het genot was gesteld van enig bedrag. Dat is de reden waarom Dubois met enige nadruk stelt dat dan ook niet is voldaan aan het bewijs. Het is volgens Dubois niet gebleken dat de verdachte geld heeft verduisterd.
WJ