Uitgegeven
PARAMARIBO – Het boek beschrijft de ontwikkeling van de civiele infrastructuur van Suriname vanaf 1945 tot heden. De auteurs van het boek zijn Hillebrand Ehrenburg en Marcel Meyer.
is in Suriname verkrijgbaar bij VACO, telt 624 pagina’s, heeft een afmeting van 205 x 285 mm met een hard cover. Het boek bevat ook honderden illustraties.
Wilde Kust II
Het boek gaat niet alleen over de aanleg van landbouwpolders, waterkrachtprojecten, de ontsluiting van het binnenland, het WestSurinameplan, de wegen, bruggen, dijken, havens, de verkaveling, drinkwatervoorziening en ontwatering van Groot- Paramaribo, maar ook over de civiele bouwsector en hoe die zich in de afgelopen driekwart eeuw heeft ontwikkeld. Het boek is een vervolg op het eerste deel, dat eind 2015 verscheen en de periode tot 1945 behandelde.
Niet eerder verscheen er een publicatie die de recente civiele infrastructuur tot onderwerp heeft. En dat is vreemd, want er zijn miljarden aan buitenlands ontwikkelingsen Surinaams geld in de infrastructuur gestoken. Bouwen
Bouwen aan de Wilde Kust II
aan de Wilde Kust deel I en II vullen deze lacune op. Het boek geeft een overzicht van de infrastructuur die na 1945 is aangelegd, zoals het Brokopondoproject, en van de plannen die niet zijn gerealiseerd zoals het Kabaleboen Stondansiproject. Als deze projecten zouden zijn uitgevoerd, zou de kaart van Suriname er nu heel anders uitzien. Wat is er de afgelopen 75 jaar tot stand gebracht? Hoe verliep de besluitvorming en welke mensen speelden daarbij een rol? Hoe is het nu met de infrastructuur en wat zijn de vooruitzichten? Veel infrastructuur is nuttig: wegen, bruggen, havens, vliegvelden, gemalen en de drinkwatervoorziening zijn tegenwoordig simpelweg onmisbaar, maar er waren ook mislukte projecten. Dit alles komt in het boek aan de orde.
Bouwen aan de Wilde Kust II is een boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de infrastructuur en geschiedenis van Suriname. Bovendien is het onmisbaar als naslagwerk bij de planning en realisatie van nieuwe infrastructuur.
Auteur Hillebrand Ehrenburg (1957) heeft civiele techniek gestudeerd aan de TU Delft. Zijn eerste ervaring in Suriname deed hij op als medeorganisator en co-editor van het verslag van het Furoriscongres in 1982. Ehrenburg werkte van 1983 tot 1986 in Suriname op het Ministerie van Openbare Werken als hoofd van de toenmalige Sectie Ontwateringswerken. Daarna werkte hij bijna drie jaar in India op een geïntegreerd
Bouwen aan de
stedelijk milieuproject. Sindsdien is hij als consultant, projectmanager en manager bij een groot internationaal ingenieursbureau betrokken geweest bij vele civiele en milieuprojecten in Nederland, Suriname, Europa en Azië. Initiatiefnemer en co-auteur Marcel Meyer (1944), is eveneens Delfts civiel ingenieur en vanaf 1968 directeur van civieltechnisch adviesbureau Sunecon in Suriname. Ruim een halve eeuw later is hij nog steeds actief op het ingenieursbureau. Daarnaast bekleedde hij veel nevenfuncties. Zo is hij decennia docent geweest aan de Universiteit van Suriname. Meyer heeft veel technische en historische studies van binnen- en buitenlandse studenten en experts geïnitieerd en begeleid.