Advocaten vinden discussie over opstaan Bouterse bij binnenkomst krijgsraad zinloos
PARAMARIBO - “Moet Desi Bouterse opstaan bij binnenkomst van de krijgsraad?” In aanloop naar het proces op 22 januari is er een discussie gaande of de persoon Bouterse, president zijnde, moet opstaan bij binnenkomst van de krijgsraad.
Enkele advocaten vinden de discussie of Bouterse al dan niet moet opstaan voor de krijgsraad niet zinvol, omdat de mening is dat de president gehouden is om wet, recht en ongeschreven regels te handhaven of te doen handhaven. “Juist door een correcte opstelling aan te nemen, geeft Bouterse blijk van het feit dat hij handhaving van wet, recht en ongeschreven regels nastreeft en bewaakt.” Zij zeggen dat een bepaald gedrag, bepaalde handelwijze en code worden gevolgd bij de rechtspleging. Voorts wordt geen afbreuk gedaan aan welke waardigheid dan ook van Bouterse als persoon en het instituut van president als hij de opstelling en handelwijze van alle andere aanwezigen bij het binnenkomen van de krijgsraad volgt. De juristen geven aan dat de president als instituut gehouden is om wet, recht en ongeschreven regels te beschermen.
Er zijn vele ongeschreven regels in de rechtszaal; advocaten mogen hun toga niet in de rechtszaal aandoen en het publiek, alle aanwezigen en ook de verdachte moeten opstaan bij het binnenkomen van het rechtsprekende orgaan. Zo staat de officier van justitie als onderdeel van de staande magistratuur op bij het voeren van het woord tot de rechter. Bij aanvang van elke zitting staat elke aanwezige op. Daarmee geeft men blijk van respect en geloof in een onafhankelijk rechtsprekend orgaan. “Bouterse zal als iedere verdachte respect aan de krijgsraad moeten betonen. Evenzo zal de krijgsraad hem met hetzelfde respect benaderen zoals elke verdachte wordt benaderd”, zeggen advocaten. Zij zeggen ook dat indien Bouterse als persoon pertinent weigert om bij binnenkomst van de krijgsraad op te staan, hij zich bij aanvang van de zitting buiten de rechtszaal moet bevinden. Hij zal dan na het afroepen van zijn naam de rechtszaal moeten betreden en daarna in de beklaagdenbank plaatsnemen. Echter, hij zal wel staande in de beklaagdenbank antwoord moeten geven op de aan hem door de krijgsraad gestelde vragen.
WJ