Meer regen, maar minder water in de Nijlregio
Landen rondom de rivier Nijl krijgen in de komende jaren te maken met toenemende waterschaarste. Regeringen moeten samenwerken om catastrofale gevolgen te voorkomen, schrijven Ethan Coffel en Justin Mankin, geografen aan het Darthmouth College in de Verenigde Staten. De Nijl – de langste rivier ter wereld – loopt door elf landen in Afrika en heeft een bekken dat ongeveer 3 miljoen vierkante kilometer beslaat. Dat is bijna 10 procent van het continent. Zo’n 250 miljoen mensen in Ethiopië, Oeganda, Zuid-Soedan, Soedan en Egypte zijn afhankelijk van het Nijlwater.
Bijna alle neerslag die de twee grootste vertakkingen van de Nijl voedt – de Blauwe en Witte Nijl – valt in het bekken van de Opper-Nijl in Zuid-Soedan, West-Ethiopië en Oeganda. Het lagere Nijlbekken krijgt nauwelijks neerslag en de landen daar – Egypte en Soedan – zijn sterk afhankelijk van de rivier voor hun water.
Klimaatprojecties suggereren dat tegen het einde van de eeuw de hoeveelheid neerslag in het hoger gelegen zuidelijke stroomgebied met 20 procent kan toenemen. Uit onze nieuwe publicatie blijkt dat ook verwoestende hitte en droogte vaker zullen voorkomen in het gebied.
Deze twee omstandigheden vallen samen met een snelle bevolkingsgroei in de regio. Die zal naar verwachting verdubbelen tegen het midden van deze eeuw. Daardoor zal de waterstress in de regio toenemen, los van de bescheiden neerslagtoename.
Momenteel kampt 10 procent van de bevolking in het stroomgebied met chronische waterschaarste als gevolg van seizoensinvloeden en ongelijke distributie van waterbronnen. Tegen 2040, blijkt uit ons onderzoek, kan dat percentage tot 35 procent oplopen in een jaar met gemiddelde temperatuur en neerslag. Dat betekent dat meer dan 80 miljoen mensen dan onvoldoende water hebben voor hun dagelijkse leven.
Hitte en droogte verergeren dit. Deze weersomstandigheden verwoesten gewassen, verminderen de opbrengst uit waterkrachtcentrales, reduceren het beschikbare water voor menselijke consumptie en de industrie en verhogen de spanningen over de verdeling van het water in de regio.
Tegen 2040 kan een warm en droog jaar betekenen dat 45 procent van de bewoners van het stroomgebied – bijna 110 miljoen mensen – te maken krijgt met waterschaarste.
Zelfs zonder deze ontwikkelingen zal de bevolkingsgroei de waterschaarste verergeren. Maar grotere tekorten aan water dat in waterlopen en rivieren stroomt tijdens toekomstige hete en droge jaren, versterken dat effect. Daardoor zal nog eens 5 tot 15 procent van de toekomstige bevolking in het bekken van de Opper-Nijl te maken krijgen met waterschaarste in hete en droge jaren.
Deze veranderingen in klimaat en bevolking drukken een stempel op het al complexe en gespannen sociaaleconomische en politieke landschap.
De elf oeverstaten concurreren met elkaar om het rivierwater. De Egyptische en Soedanese staten die stroomafwaarts liggen, proberen de controle te krijgen over de Nijlstroom, terwijl ook de stroomopwaartse staten proberen voldoende water voor zichzelf te garanderen. In combinatie met de sterke afhankelijkheid van de regio van zelfvoorzienende landbouw en de politieke instabiliteit, bestaat het risico op ernstige voedsel- en watertekorten.
Het doel van ons onderzoek was om te begrijpen hoe frequenter er hete en droge jaren zullen zijn, ondanks de lichte toename van de neerslag. Hiervoor hebben we historische klimaattrends geanalyseerd in het Opper-Nijlbekken met gebruik van acht datasets met observatiegegevens. Deze data gaven informatie over neerslag en temperatuur in het Opper-Nijlbekken tussen 1961 en 2005. We gebruikten ook klimaatmodellen om te schatten hoe de temperatuur en neerslag zullen veranderen in deze eeuw. Uit de resultaten bleek dat hete en droge jaren steeds vaker voorkwamen in de afgelopen vier decennia en dat deze trend waarschijnlijk zal doorzetten. Deze hete en droge omstandigheden zijn vergelijkbaar met die waarin oogsten mislukten, voedseltekorten ontstonden en zich humanitaire crises voordeden in de regio in de afgelopen decennia.
(DeWereldMorgen)