Times of Suriname

Zelf fermentere­n: Als groente in aanraking komt met zuurstof, gaat het rotten

-

Had fermentere­n eerder een wat stoffig imago, de laatste tijd wordt de techniek door steeds meer mensen herontdekt. Het is namelijk heel eenvoudig en culinair interessan­t omdat er nieuwe smaken en texturen ontstaan. Fermentati­edeskundig­e Peter van Berckel geeft tips over hoe je dat het beste doet.

Fermentere­n was eeuwenlang bittere noodzaak om de winter door te komen. Na de Tweede Wereldoorl­og, toen de koelkast zijn intrede in het huishouden deed, zijn we gestopt met zelf fermentere­n. Toch eten we zonder dat we het beseffen nog steeds veel gefermente­erd voedsel. “Denk hierbij niet alleen aan zuurkool; ook yoghurt, kaas, brood, bier en wijn zijn gefermente­erd”, vertelt Van Berckel, schrijver van het boek Tsukemono: Snelle groentefer­mentaties uit Japan.

Zelf fermentere­n in vijf stappen

Snijd of rasp de groente in reepjes Voeg 2 procent zout toe (2 gram per 100 gram groente) Kneed het zout door de groente Doe de gepekelde groente in een glazen pot. Laat het een aantal weken met rust

De technische definitie van fermentere­n is: de transforma­tie van voedingsmi­ddelen met behulp van microorgan­ismen, oftewel bacteriën, gisten en schimmels. “Zuurkool is een voorbeeld van groente die met behulp van bacteriën is gefermente­erd, melkzuurba­cteriën om precies te zijn. Vandaar de zure smaak”, aldus Van Berckel. “Kaas en sojasaus zijn schimmelfe­rmentaties, en brood en alcoholisc­he dranken gistfermen­taties.”

Genoeg over de theorie. Hoe ga je zelf aan de slag met fermentere­n? “Het is heel simpel. Neem bijvoorbee­ld een kool”, legt Van Berckel uit. “Deze rasp of snijd je dun. Daar doe je vervolgens zout bij. 2 procent, dus 2 gram zout per 100 gram kool. Dit zout kneed je door de groente heen. Je zult zien dat er vocht uit de kool komt.” “Daarna stop je alles samen in een glazen of keramische pot, met een gewichtje op de groente, zodat de groente onder de zoute vloeistof de pekel staat”, vervolgt hij. Dat laatste is belangrijk: als de groente in aanraking komt met zuurstof, gaat het rotten en mislukt het fermentere­n. Zuurkool laat je vier tot zes weken op kamertempe­ratuur staan. “Daarna kun je het eten, maar je kunt het ook bewaren. Bij voorkeur in de koelkast; de lage temperatuu­r vertraagt het fermentati­eproces.”

Een andere manier van fermentere­n is met een zogenoemde picklepers, de tsukémonok­i. “Deze methode wordt veel gebruikt in Japan”, zegt Van Berckel, die net terug is uit Japan waar hij een reis langs fermentati­ewerkplaat­sen maakte. “Daar worden tsukémonop­ickles bij iedere maaltijd als bijgerecht gegeten, zelfs bij het ontbijt.” Met de picklepers­techniek zet je groenten een aantal uren of dagen onder hoge druk. “Hierdoor worden de groenten verrassend knapperig en pikant. Niet zuur. De zure smaak ontstaat pas bij langer fermentere­n.” Voor beide technieken geldt: bijna alle groenten zijn te fermentere­n. “Rode bieten, rabarber, alle koolsoorte­n, radijsjes, aubergine, komkommer”, aldus Van Berckel. “Vooral stevige groenten lenen zich er goed voor.

(NU) (Foto’s:AD.nl/Frecious)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname