Exporteurs Surinaamse groente zullen het steeds moeilijker krijgen op Europese markt
PARAMARIBO - De Europese markt wordt steeds moeilijker te betreden voor Surinaamse agrarische producten. Naast de strenger wordende voedselveiligheidsstandaarden wordt de Europese markt overspoeld met producten van leveranciers uit Azië. Daarnaast speelt ook de prijs een belangrijke rol. Gewassen uit Suriname zijn best prijzig in vergelijking met die van leveranciers uit andere delen van de wereld. Een reëel gevaar voor Surinaamse leveranciers is de inzetbaarheid van technologie om gewassen uit met name Suriname zelf in Europa te verbouwen.
Groente-exporteur Adjay Mataw zag zijn afzet in Europa zwaar terugvallen de afgelopen vijf jaar. Op dit moment maakt hij wel naam in Europa als de enige Surinaamse exporteur die aan de EU-standaarden voldoet om sopropo te mogen aanleveren, maar dit overschaduwt de beperkingen die gelden voor andere gewassen. Vijf jaar geleden stuurde hij met gemak wekelijks wel 20 ton groente naar Nederland. Nu is dit teruggevallen naar maximaal 10 ton.
De nieuwe regels voor groentesoorten zoals boulanger en antroewa tasten de kwaliteit van het product aan, en maken het niet aantrekkelijk voor de markt. Zo moeten de kelkbladeren verwijderd worden, maar dit zorgt voor versnelling van het rottingsproces. Op bitawiwiri geldt er zelfs een importstop in Europa, omdat het zich goed leent voor het overbrengen van ziekten en plagen, waaronder de witte vlieg.
Surinaamse groente is zeer in trek bij de diasporagemeenschap, vooral de groep die een nauwe band heeft met Suriname en bekend is met consumptie van het product in Suriname zelf. Deze emotionele en vertrouwde relatie met Suriname wordt steeds minder, omdat de volgende generatie personen van Surinaamse afkomst sterkere band met Nederland heeft dan met de geboorteplaats van hun ouders. “Misschien is er een andere groep nu, een andere generatie in Nederland die weinig Surinaamse groenten eet. Een ander probleem kan zijn dat het duur is daar, want wij betalen voor vracht
USD 2 per kilo. Dat is ook een nekslag voor ons”, zegt Mataw.
Voor zijn bedrijf A Mataw Impex, is het kunnen veroveren van de EU-markt met zijn sopropo-exporten in ieder geval een behoorlijke compensatie om de terugval bij andere groentesoorten op te vangen. Dit brengt echter ook andere uitdagingen met zich mee, want lokale landbouwers in Europa hebben intussen door hoe groot de vraag naar sopropo is. “Ze bereiden zich voor om 200 hectare sopropo daar in Nederland zelf te planten. Ik ben niet bang daarvoor. Al planten ze 200 hectare of tweemaal daarvan, het interesseert mij niet. Je moet weten wat je levert hé. Mijn kwaliteit is anders.” BC