Rechtsgeding tegen Bouterse opnieuw aangevangen
PARAMARIBO - Het rechtsgeding tegen Desi Bouterse is gisteren opnieuw aangevangen. Cynthia Valstein-Montnor, president van de krijgsraad, zegt dat in artikel 367 van het Wetboek van Strafvordering is aangegeven dat ‘indien degene die in verzet is gekomen, ten dienende dage in rechte verschijnt, de zaak behandeld wordt als ware het gerechtsgeding bij verstek niet voorafgegaan’.
Bouterse verscheen voor de krijgsraad waarbij hem naar zijn personalia werd gevraagd. Als beroep gaf hij op dat hij het ambt van president uitoefent. Valstein-Montnor hield Bouterse voor dat hij bij verstek is veroordeeld tot twintig jaar celstraf op 29 november 2019. Zij gaf aan dat het verzet is aangetekend op 2 december en dat hij door het Openbaar Ministerie is gedagvaard op 30 december. Valstein-Motnor zegt verder dat in artikel 365 van het Wetboek van Strafvordering staat dat binnen twee maanden nadat het verzet is gedaan, de zaak door een dagvaarding vanwege de vervolgingsambtenaar aan de veroordeelde wordt betekend, aanhangig gemaakt ter terechtzitting van het gerecht, dat het vonnis bij verstek gewezen heeft.
Er heeft gisteren geen inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsgevonden. De president van de krijgsraad deelde mee dat een van de leden van de kamer niet aanwezig is. De kamer die de zaak behandelt, bestaat uit
Valstein-Montnor, Suzanne Chu en Rewita Chatterpal. Chatterpal was afwezig waardoor in haar plaats rechter Anandkoemar Charan zat. De zaak is uitgesteld tot 31 maart.
Advocaat Irvin Kanhai maakte in de rechtszaal het voorbehoud om excepties op te werpen. Volgens hem zal de inhoudelijke behandeling van de zaak vanaf het begin weer plaatsvinden. Hij geeft aan dat de verzetprocedure op gang is gekomen. Volgens hem is de schorsing van het verstekvonnis gisteren bevestigd. Hij weet niet of Bouterse op de volgende zitting zal verschijnen, maar dat zal hij nog met hem bespreken. Volgens hem hoeft Bouterse niet meer te komen. “Wanneer een veroordeelde verzet heeft aangetekend, dan wordt de zaak aanhangig gemaakt met een dagvaarding. Een dagvaarding geef je alleen aan een verdachte en niet aan een veroordeelde. Een veroordeelde geef je een vonnis en niet een dagvaarding.”
Advocaat Hugo Essed zegt aan de krant dat het rechtsgeding opnieuw is aangevangen, wat inhoudt dat de zaak geheel opnieuw zal worden behandeld. Hij geeft aan dat Bouterse een goede reden zal moeten opgeven indien hij een getuige opnieuw wil laten horen. Volgens hem zal er een gemotiveerd verzoek moeten volgen. Essed denkt niet dat de verzetzaak van Bouterse lang zal duren. Hij geeft aan dat alleen de zaak van Bouterse wordt behandeld, terwijl er bij de behandeling van de verstekzaak meer verdachten waren.
Essed zegt dat de zaak gisteren ordelijk en goed verlopen is. “Ik vind het heel belangrijk dat de veroordeelde verschenen is, waarmee hij blijk geeft de rechtsmacht van de krijgsraad te erkennen. Dat is positief.” Hij geeft verder aan dat de persoon Bouterse is gedagvaard, maar hij heeft het presidentschap meegesleept. “Het is jammer.” Volgens hem draagt Bouterse het ambt van president en heeft dit ambt meegesleept, wat naar zijn zeggen te betreuren is. “Daarmee besmeurt hij nodeloos het ambt.” Essed wijst erop dat het eerste vonnis niet meer relevant is, want het verzet is officieel begonnen. “Het oude vonnis is nog steeds van kracht, maar komt straks te vervallen want in deze zaak komt er een nieuw vonnis.” Hij vindt dat Bouterse een veroordeelde blijft, maar hij heeft alle rechten die een verdachte heeft. Hij denkt dat Bouterse verder moet verschijnen, maar hij laat het aan de krijgsraad over hoe die daarmee zal omgaan. “Ik denk dat bij de behandeling in verzet de verdachte steeds aanwezig moet zijn. Hij was er en ik heb geen reden om aan te nemen dat hij er in het vervolg niet zal zijn.” Volgens hem mag de advocaat van Bouterse altijd mede het woord voeren, namelijk getuigen doen horen en excepties opwerpen. WJ