Iraanse president wilde opstappen om doofpot neergehaalde Boeing
IRAN - De Iraanse president Hassan Rouhani heeft gedreigd met ontslag als het land geen einde zou maken aan de doofpot rondom het neerhalen van de Oekraïense Boeing, blijkt uit een reconstructie van The New York Times.
Leden van de Iraanse Revolutionaire Garde (IRG) schoten het toestel op 8 januari per ongeluk neer, vlak bij de hoofdstad Teheran.
Het land verwachtte op dat moment mogelijke represailles van de Verenigde Staten, nadat het raketten had afgevuurd op Amerikaanse militairen in Irak. Die aanval was een vergelding voor de liquidatie van de Iraanse generaal Qassem Soleimani (62) door de Verenigde Staten. In de nasleep van de crash, waarbij alle 176 inzittenden omkwamen, hield Iran vol dat het toestel was neergestort vanwege een technisch mankement. De top van de IRG wist echter minuten na de crash al dat het vliegtuig per ongeluk uit de lucht was geschoten en deed er vervolgens alles aan om dit geheim te houden. Dat blijkt uit gesprekken van de The New York Times met drie Iraanse diplomaten.
De top weigerde zelfs drie dagen lang het te melden aan president Rouhani, terwijl het land de wereld bleef vertellen dat de crash door een technisch mankement kwam.
Toen Rouhani erachter kwam, gaf hij de IRG een ultimatum: als ze geen einde aan de doofpot zouden maken, zou hij opstappen.
De hoogste religieuze leider van Iran, Ayatollah Ali Khamenei, gaf hierna het bevel aan de regering om de fout bekend te maken aan de wereld. Inmiddels was het 72 uur nadat de IRG twee raketten op het passagierstoestel had afgevuurd.
Bij de raketaanval op legerbasissen in Irak liepen 34 Amerikaanse militairen licht hersenletsel op, meldde de VS. Eerder hield de Amerikaanse president Donald Trump vol dat er geen gewonden waren gevallen.
(NU)