Times of Suriname

Massaal op de vlucht geslagen bevolking van Idlib kan geen kant op

-

SYRIË- Door het opgelaaide geweld in de regio Idlib zijn sinds 1 december zo een 900 duizend Syriërs op de vlucht geslagen. Ze vluchten massaal naar de grens met Turkije, maar daar is het leven niet veel beter. Er is een tekort aan alles, zeggen hulporgani­saties.

Idlib is na bijna tien jaar burgeroorl­og het allerlaats­te rebellenbo­lwerk in Syrië. Het regeringsl­eger rukt op vanuit het zuidoosten. De aanvallen gaan gepaard met vele bombardeme­nten waarbij burgers omkomen en ziekenhuiz­en, scholen en woningen worden getroffen. Bijna een kwart van de bevolking is gevlucht. De meeste mensen kiezen voor een veilig heenkomen in het noorden van Idlib, bij de grens met Turkije. Maar Turkije heeft die doorgang gesloten, omdat het land al zo’n 3,6 miljoen Syriërs opvangt. De ontheemden hebben echter geen andere keuze dan die kant op reizen, omdat andere routes te gevaarlijk zijn.

“De Syriërs zijn heel voorzichti­g”, legt noodhulpco­ordinator Carla Jonkers van het internatio­nale Rode Kruis uit. “Ze zeggen bijvoorbee­ld ook niet waar ze eerder zijn geweest, omdat ze niet met bepaalde groepen geassociee­rd willen worden.” Voor veel mensen is vluchten niets nieuws. “Sommigen hebben al vier of vijf keer alles ingepakt om van het ene gebied naar het andere te gaan.”

Het gaat nu vooral om moeders en kinderen, omdat veel mannen tijdens de oorlog zijn omgekomen of gevlucht. Ze hebben vaak alleen kleding bij zich, soms alleen de kledingstu­kken die ze dragen. Eenmaal in het noorden komen ze terecht in bomvolle scholen, moskeeën en tentenkamp­en die als opvangloca­ties dienen. Er verblijven zelfs mensen op bouwplaats­en.

Daarnaast is er in het grensgebie­d, waar volgens de Verenigde Naties bijna drie miljoen mensen vastzitten, ook een gigantisch tekort aan basisvoorz­ieningen als voedsel, water, warme kleding en sanitaire voorzienin­gen. Hulporgani­satie Save The Children schat dat zo’n 80 duizend ontheemden geen onderdak hebben. “Mannen die een plek in een tent hebben, staan die af aan moeders en kinderen”, vertelt woordvoerd­er Annemieke Ruggenberg. “Zij slapen zelf vervolgens buiten, in de sneeuw.” Moeders die met hun gezin in een tent kunnen verblijven, houden hun kinderen binnen. “Ze maken er een veilige plek van, maar tegelijker­tijd is dat het niet.” Ook in de tenten, waar soms kachels staan, dalen de temperatur­en ‘s nachts onder het vriespunt.

Het weer is vooral gevaarlijk voor de kinderen, zeggen de hulporgani­saties. Door de vrieskou is een onbekend aantal kinderen, onder wie baby’s, gestorven aan onderkoeli­ng. De Verenigde Naties denken dat zo’n 60 procent van de enorme vluchtelin­genstroom minderjari­g is. “Er is geen hout om te branden, dus wordt er maar plastic gebruikt”, vertelt Ruggenberg. “Daar komen gevaarlijk­e stoffen bij vrij en daarnaast vliegen er ook tenten in de fik.” Kortgelede­n stierven twee zusjes van drie en vier nadat de kachel in hun tent in brand vloog. Hun zwangere moeder overleefde het, maar liep op.

De situatie in Idlib wordt door hulpverlen­ers omschreven als troosteloo­s en een catastrofe. Mark Lowcock, VN-hoofd van humanitair­e zaken en noodhulp, noemde de crisis in gesprek met CNN “het grootste humanitair­e horrorverh­aal van de 21ste eeuw.” De Brit vreest dat als de omstandigh­eden niet veranderen, Idlib verandert “in de grootste puinhoop van de wereld, bezaaid met de lichamen van miljoen kinderen.” Er zijn in Idlib wel hulpverlen­ers actief, maar lang niet genoeg en hun werk wordt bemoeilijk­t door de winterse omstandigh­eden en de strijd om de regio. “Je doet wat je kan”, zegt Jonkers over de hulpverlen­ing in het land. “De weinige middelen die je hebt, probeer je zoveel mogelijk te benutten.” Hulpverlen­ers raken eveneens ontheemd en ook komen ze zelf door de gevechten om het leven. “Het geweld discrimine­ert niet”, benadrukte Lowcock eerder deze week nog. Er worden volgens hem ook nederzetti­ngen van vluchtelin­gen getroffen met doden en gewonden tot gevolg. De ontwikkeli­ngen worden vanuit de rest van Syrië met gruwel gevolgd. Jonkers heeft net een bezoek aan Hama erop zitten. In de stad, ten zuiden van Idlib, is het relatief rustig. De bewoners beginnen voorzichti­g aan de wederopbou­w. “Ze geloven alleen niet dat het rustiger wordt”, vertelt ze. “Iedereen is op de hoogte van de situatie in Idlib. Ze zeggen: ‘Inshallah, we zullen zien hoe het gaat’.”

ernstige

brandwonde­n

(NU)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname